Korinthe.
Bijgaande plaat stelt eene der oudste Grieksche steden voor, Korinthe, nopens welke wij de volgende geschiedkundige aanteekeningen overdrukken. Zij is gelegen omtrent de landengte, welke Morea met het overige Griekenland vereenigt, en de zeeboezems van Lepanto en AEgina (de Ionische- en AEgeischezee) van elkander scheidt. Deze, oudtijds wijdberoemde en rijk bevolkte stad, dreef reeds vroeg eenen uitgestrekten handel, en was zeer machtig; thans bevat zij nauwelijks 2000 inwoners. De huizen, vereenigderwijze gebouwd, en de straten worden door uitgestrekte tuinen en korenvelden, van elkander gescheiden. Men vindt nauwelijks nog enkele muren, en weinig half verzonken zuilen, die de plaatsen kenmerken, waar zich, ten tijde van den bloei van Griekenland alles vereenigde, wat weelde en eene tot verwijfdheid ontaarde beschaving, door kunstvlijt, konden opleveren, en de rijke koopvaardijvloten, in twee prachtige havens, uit alle landen bijeenbrachten. Op de puinhoopen van deszelfs ouden luister hebben de Grieken vijf kerken, benevens een huis voor den aartsbisschop, en de Turken drie moskeën gebouwd. Het oude Korinthe, met zijn gebied, maakte oudtijds eene aanzienlijke schakel van de keten der Grieksche staten uit, en werd door Sisyphus, den beroemden AEoliër, gesticht. Het bleef in het bezit zijner nakomelingen tot Agamemnon, die onder zijne uitgebreide rijken ook Korinthe regeerde. Op dezen vorstenstam volgden, meer dan vier eeuwen, de Herakliden; na hen de aristocratische regeering der Bacehiaden, en op deze de tirannen Cypselus en Periander, tot dat eindelijk het vereenigde volk zijne rechten hernam, en een volksbestuur invoerde. Op deze wijze werd Korinthe het hoofd van het Achaische verbond, en viel, als een offer der Romeinsche heerschzucht, onder Mummius, 346 jaar voor onze tijdrekening, wanneer het een prooi der vlammen en
plunderzucht werd. Julius Cesar liet wel een groot gedeelte der stad