ren waarin hij uitmunt, en een Oude dorpsmuzikant (die zijne viool spant) en door Z.M. den koning aangekocht is.
De twee godsdienstige tafereelen van A. Chauvin zullen den roem van den bestuurder der Luiksche academie niet verhoogen. De Opvoeding van Maria verdient evenwel boven de Aanbidding der herders gesteld te worden.
De Tentoonstelling van het lijk des gelukzaligen Berchmans, in eene kerk te Rome, is het beste stuk dat wij nog van E. Dujardin zagen. Bestemd voor de St.-Sulpitiuskerk te Diest.
H. Dauriac, thans bestuurder der academie van Arlon, stelde eene H. Maagd ten toon, zeer porseleinachtig geschilderd. Tusschen de godsdienstige schilderijen vermelden wij nog de stukken van H. Gosselin, van Brussel, A. Grass, van Dusseldorp, J. Lecrenier, van Luik.
De jonge juffrouw, die zich door G. Guffens liet uitschilderen, zal in haar afbeeldsel een van de beste portretten der pronkzaal hebben. Voortreffelijke portretten leverden ook P. Van der Ouderaa (zie bl. 54) en Delfosse, van Antwerpen, F. Boudrenghien, R. Bourson, F. Cogen, mev. W. Geefs, van Brussel en E. Copus, van Virton. Mevr. Geefs, geb. Fanny Corr, zond, behalve haars mans welgelijkend portret, nog een geschiedkundig tafereel, de Bannelingen; wat stroef van kleur, maar goed geteekend.
A. Markelbachs Voogd strekt ons ten bewijze, dat de schilder zich nog steeds ten goede ontwikkelt; zijn tafereel is goed te noemen; wij zouden het met genoegen in plaat zien brengen.
Sions dochter door voorbijgangers beleedigd, van J. Portaels, bevat prachtige deelen, zoo namelijk de middelgroep; de dochter van Sion scheen ons niet te best geteekend.
A.P. Sunaerts Weduwe van Oldenbarneveld, om genade smeekende voor haren zoon bij prins Maurits, is geen gelukkig gewrocht.
Jan Swerts zond naar de pronkzaal zijne zorgvuldig geschilderde Herinnering aan Italië, die zooveel bijval in Engeland genoot en sedert lang verkocht is aan den heer Lemmé. Ook op onze tentoonstelling werd dit aangenaam tafereel algemeen bewonderd.
Van E. Van den Bussche's tafereelen kunnen wij, tot ons leedwezen, geen goeds zeggen. Er stralen gedacht en bezieling in door; maar zij worden niet door de kunst van uitvoering geëvenaard.
P. Van der Ouderaa's Laatste pand (eene arme weduwe, met haar kind bij zich, verkoopt haar gouden trouwring aan eenen pandbeleener, xvie eeuw), is eene uitmuntende schilderij, in alle deelen, en zeker een der beste stukken, die voor de trekking aangekocht zijn. Het geluk is niet voor allen, van denzelfden voortreffelijken schilder, trok niet minder de algemeene aandacht en werd aangekocht door den heer Kolher, van Rotterdam.
Asschepoestster, van J. Van Lerius, voorgesteld op het oogenblik dat zij 't verloren muiltje wordt aanpast, is des meesters faam, door kracht van kleur, volkomen waardig, en het meisjesportret, toebehoorende aan den heer J. Nys, mag genoemd worden: een van Van Lerius' beste stukken als schildering.
Van de drie tafereelen van Frans Vinck verdienen twee met veel lof vermeld te worden, namelijk de Bondgenooten bij Margareta van Parma en de Geuzen. Over het eerste stuk, dat in Engeland en Frankrijk veel roem inoogstte, gewaagden wij reeds vroeger.
De bruid van C. Cap moge vrij goed geschilderd zijn; als voorstelling vereert het stuk den smaak des schilders niet, al vond het ook eenen kooper. Zijn Duo is een voortreffelijk uitgevoerd tafereel voor wat het bijwerk betreft; de figuren laten iets of wat te wenschen.
Aan J. Wagners Dorpsschrijver bezat de pronkzaal eene verdienstelijke schilderij. Aangekocht door Z.M. den koning.
(Wordt voortgezet.)