1. | - De Maatschappij zal in 1873 hare 20e driejaarlijksche tentoonstelling openen voor de werken van nog levende kunstenaars, zoo Belgen als vreemdelingen. Men zal er evenwel de werken toelaten van kunstenaars, die sedert het sluiten der zaal van 1870 overleden zijn. |
2. | - De Besturende Commissie zal voor de Tentoonstelling ontvangen: - schilderijen, - cartons, teekeningen, waterverfschilderingen, pastels, emaliëersels, - gravuren en steendrukken, - beeldhouwwerken, drijfwerken en gegraveerde medaliën, - bouwkundige samenstellingen. De laatstgemelde zullen mogen bestaan in lichtteekeningen van werken die door den tentoonsteller reeds uitgevoerd zijn, onder voorwaarde dat ieder lijst niet grooter zij dan één meter vierkant. |
3. | - Het getal der voorwerpen, die elke kunstenaar naar de tentoonstelling mag zenden is bepaald op drie. Zullen als één enkel stuk aanschouwd worden: de miniaturen, teekeningen, waterverfschilderingen, medaliën, gravuren, steendrukken, lichtteekeningen van bouwkundige werken, welke in éénen en denzelfden lijst geplaatst zijn. |
4. | - Zullen niet toegelaten worden: De werken die reeds op eene der vroegere Tentoonstellingen te Antwerpen zijn gezien. Die welke niet kunnen begrepen worden in eene der soorten bij artikel 2 aangeduid. De kopijen, behalve die welke een kunstwerk uit een ander vak voorstellen. De kunstwerken niet meer aan hunnen maker toebehoorende, indien er geen bewijs van toestemming van den kunstenaar bij overgelegd wordt. De schilderijen, teekeningen en gravuren zonder lijsten. De beschadigde pleisterwerken. De naamlooze werken. De Commissie beslist of er redenen zijn om de plaatsing te weigeren voor andere oorzaken dan die hierboven vermeld. |
5. | - Lijsten van ronden of ovalen vorm, of met gebroken hoeken, zullen in vierkante ramen moeten vastgemaakt zijn. |
6. | - De werken voor de Tentoonstelling bestemd zullen moeten besteld zijn in het lokaal der Maatschappij, in de Venusstraat, uiterlijk Zaturdag, 19 Juli, ten 8 ure s'avonds. Na dit tijdstip zullen zij niet meer aanvaard worden onder welk voorwendsel het ook moge zijn. Zij zullen aangekondigd worden door eenen brief gericht aan den Secretaris der Maatschappij. Deze brief zal de opgave vervatten van den naam en voornaam alsmede de woonplaats des kunstenaars, - den uitleg van het ontwerp, - en indien de kunstenaar zijn werk wenscht te verkoopen, welken prijs hij er voor vraagt. Deze prijs zal alleenlijk gedrukt worden op een lijst tot dien bestemd dan wanneer de kunstenaar zulks uitdrukkelijk vraagt. |
7. | - De kisten zullen gericht zijn: Aan de Besturende Commissie der Nationale Tentoonstelling van Schoone Kunsten, Venusstraat, te Antwerpen. |
8. | - De maatschappij neemt ten haren laste de vervoerkosten, weg en wêer, van al de voorwerpen welke haar uit België, langs de spoorbaan van den Staat, tarief no 2, (petite vitesse) zullen gezonden worden; de vervoerkosten langs alle andere baan, blijven voor rekening van den afzender. De voorwerpen uit den vreemde gezonden, zullen moeten gefrankeerd worden tot aan de Belgische grens. |
9. | - De Commissie gelast zich met het plaatsen der tentoongesteld wordende voorwerpen. Zij doet zich bijstaan door dri kunstenaars uit Brussel waarvan twee kunstschilders eenen beeldsnijder en een kunstenaar uit Gent. Deze zullen bij voorkeur gekozen worden tusschen de leden der Commissie die in 1872 gelast is geweest met het plaatsen der kunststukken voor de driejaarlijksche Tentoonstelling van Brussel. |
10. | - De Tentoonstelling zal den 10en Augustus geopend en Zondag 5 October onwederroepelijk gesloten worden. De zalen zullen geopend zijn alle dagen der week van 10 ure 's morgens tot 4 ure namiddag. De Zon- en Feestdagen zullen de zalen open blijven tot 6 ure des avonds. De Commissie behoudt zich het recht de zalen te sluiten, telkens dat het aan Z.M. den Koning of aan de Koninklijke Familie zou behagen ze met een bezoek te vereeren, of dat eene andere buitengewoone oorzaak het zou vereischen. |
11. | - De inkoomprijs tot de Tentoonstelling is één frank per persoon. De kinderen beneden de 14 jaar zullen 50 c. betalen. |
12. | - Bij afwijking van het voorgaande artikel, zal de inkoom gratis zijn, te beginnen van 17 Augustus, des Zondags, van 2 tot 5 ure, en de Woensdagen den geheelen dag. |
13. | - De kunstenaar tentoonsteller en de Inteekenaren der Maatschappij zullen eene kaart van persoonlijken toegang voor geheel den tijd der Tentoonstelling ontvangen; deze kaart zal door den houder moeten geteekend zijn en worden vertoond telkenmale dat hij den ingang verlangt, waartoe die kaart recht geeft. De verlorene kaart zal in geen hoegenaamd geval door eene andere vervangen worden. Elke inteekenaar zal het recht hebben om des Zondags de leden zijner familie, bij hem inwonende, en de personen vreemd aan de stad, kosteloos in te leiden.
De leerlingen van 's Rijks-Academiën, die de hoogere leergangen volgen, zullen gratis tot de zalen toegelaten worden. |
14. | - Geen tentoongesteld voorwerp zal uit de zaal kunnen terug genomen worden vóór de sluiting der Tentoonstelling. |
15. | - Bijaldien het niet anders word aangeduid, zullen de voorwerpen aan de afzenders onmiddelijk na het sluiten der tentoonstelling terug gezonden worden. Degene die oningepakt of zonder voldoende aanduiding voor het terugsturen zouden besteld zijn en die binnen de zes maanden niet zullen afgevraagd zijn, worden beschouwd als der Maatschappij afgestaan, welke daarover naar goedvinden zal beschikken. |
16. | - Leden der Commissie zijn tegenwnordig bij het openen der kisten bij hunne aankomst, alsmede bij het herinpakken voor de terugzending; zij zorgen dat deze werkzaamheden met alle noodige voorzorgen plaats hebben. |
17. | - De Commissie zal streng waken over de goede bewaring der voorwerpen die haar zullen toevertrouwd worden, zonder echter op zich te nemen de verantwoordelijkheid van toevallen die zouden kunnen plaats grijpen gedurende de tentoonstelling of tijdens de verzending. |
18. | - Buiten de gelden waarover van heden af de Maatschappij beschikt voor kunststukken aan te koopen die tusschen hare inschrijvers verdeeld worden, zullen het Staatsbestuur en de stad Antwerpen gezamentlijk een toelaag van 40,000 fr., besteden voor den aankoop van bijzondere kunststukken welke genoegzaam merkwaardig zijn om geplaatst te worden tusschen de verzameling van kunststukken van het Antwerpsch Museum. |