De Vlaamsche School. Jaargang 18
(1872)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijWaltmannus Van Dyck.Theodoor Van Dyck, met den kloosternaam Waltmannus geheeten, had in de Sint-Michielsabdij, te Antwerpen, het wit habijt der orde van Premonstreit aangenomen. Intusschen was zijn broeder Antoon, de wereldberoemde kunstschilder, aan het hof van Karel I en deze vorst stelde alles te werk, om hem in Engeland te houden. Deze was ongetwijfeld ook de reden, waarom koningin Hendrika-Maria verlangde, den kanunnik Waltmannus als kapelaan aan het hof te bezitten. Te dien einde wendde zij zich tot Joannes Drusius, prelaat der abdij van Park, bij Leuven, en vicaris van den generaal der orde in de circariën van Brabant en Friesland. Dien brief, naar het oorspronkelijk stuk afgeschreven, deelen wij hier mede: Monsieur L'Abbé de l'église de Parsen (sic) Le bon rapport qu'on nous a faict de Théodore Waltman de Vandyck, chanoine de l'Eglise de St-Michel à Anvers, Et les bons et agréables services que nous recevons touts les iours du Chevalier Antoine Vandyck son frère, nous ont faict naistre le désir d'avoir auprès de nous le dict Théodore; pour nous servir de luy en qualité de Chappellain. Or ne pouvant esperer d'obtenir cela sans la licence de ses supérieurs, nous avons trouvé bon de nous adresser a vous, qui pour estre Vicaire du Général de son ordre aux pais de Brabant et de frise, aves beaucoup de pouvoir et autorité sur luy: Vous priants comme nous faisons très-instamment de luy vouloir donner permission de passer par deça, pour exercer auprès de nous Ladicte fonction: Le crédit que par ce moyen il pourra acquérir tant a soymesme comme a tout son ordre, Le contentement qu'il pourra recevoir iouissant de la conversation de son frère, La securité en laquelle il sera pour le faict de sa conscience, ayant à vivre soubs nostre protection, nous font esperer que vous ne nous esconduires pas en ceste requeste, ains l'accorderes aussy librement, Comme vous pouves croire fermement que nous ne manquerons pas de nous en souvenir, quand l'occasion se presentera pour nous en revancher, Cependant nous prions Dieu qu'il vous ayt en sa saincte garde, donné a nre Cour a Londres ce vingt et sixiesme d'Aoust 1633. (Eigenhandig geteekend) Henriette Marie R. Het opschrift van den brief luidt als volgt: A Monsieur L'Abbé de Parsen a Anvers (sic), et Vicaire de l'ordre de Premontré, au païs de Brabant et de frise. Op de twee zegels die er aan vastkleven staat een omloofd schild met de vereenigde wapens van Frankrijk en NavarraGa naar voetnoot(1), bekroond met de koninklijke kroon. Nevens het wapenschild staan de naamletters H 1 M R (Henriette Marie Reine). Waltmannus Van Dyck schijnt echter niet lang in Engeland verbleven te hebben, want volgens eenen brief, door den abt van Park, den 14 Maart 1634, aan zijnen prior toegestuurd, was hij alsdan reeds wedergekeerd. De gemelde brief begint in dezer voege: Dne prior. Waltmanus religiosus S. Michaelis Antverpien, ante quinque dies rediit domu ex Anglia, et etc. (Heer Prior, Waltmannus, kloosterling van St. Michiels, te Antwerpen, is voor vijf dagen uit Engeland te huis wedergekeerd, enz.) Van Dyck was een geleerde en ijverige priester. Hij werd bachelier in de godgeleerdheid, bekleedde het ambt van cellier en van lector der godgeleerdheid in zijn klooster, werd later | |
[pagina 134]
| |
onderpastoor, en eindelijk pastoor te Minderhout. Het was daar dat hij, na een herderlijk bestuur van 28 jaren, in den ouderdom van 63 jaren overleed.Ga naar voetnoot(1) F.W. |
|