Antwerpsche provincieraad. Zittijd van 1872.
De handelingen van den raad der provincie Antwerpen, in 1872, verdienden in ruime mate de belangstelling der voorstanders van de Vlaamsche zaak en der vrienden van de kunst. De beraadslagingen werden voor een zeer groot gedeelte in de moedertaal gevoerd en zij hebben er aan duidelijkheid en bondigheid bij gewonnen; tevens hebben wij met genoegen waargenomen, dat al de sprekers, zonder onderscheid, die zich voor hunne redevoeringen van het Vlaamsch bedienden, zich niet alleen met gemak en zwier en rijkdom van woorden uitdrukten; maar dat zij ook eene nagenoeg zuivere taal spraken. Zoo hoorden wij in den provincieraad meer dan een redenaar, bij wien menige onzer tooneelisten, wat de sierlijkheid der uitspraak betreft, les zouden mogen nemen. De sprekers bewezen, dat zij meesterschap oefenden over de taal, dat zij, er volkomen grondig in ervaren, doordrongen waren van haren aard en vertrouwd met hare eigenschappen, in eenen graad, die niet alleen van oefening, maar ook van studie getuigt.
Verwonderd hebben deze feiten ons niet. Aan den uitslag, heden waargenomen, hebben wij ons altoos verwacht, omdat wij wisten, dat de redenaars, die Vlaamsch zouden spreken, natuurlijk zouden zijn. Hoe dikwijls, als wij door Vlamingen in wettige of andere vergaderingen omzichtig en nauwlettend en dus stijf en gewrongen, in de Fransche taal bemerkingen hoorden maken of redevoeringen uitspreken; hoe dikwijls hebben wij bij die gelegenheid niet uitgeroepen:
Verlos ons van de Franschmans, Heer!
Geef ons natuur en waarheid weer.
Ons gebed is verhoord geworden, voor een groot gedeelte ten minste, in wat den Antwerpschen provincieraad betreft. Wij hebben natuur en waarheid in zijne beraadslagingen teruggevonden en kunnen waarnemen, hoe meerdere middelmatige sprekers in de Fransche taal, ware redenaars zijn, als zij zich van 't Vlaamsch, hunne moederspraak, bedienen.
Zoo heeft het goede zaad, welk voor weinige jaren door eenige enkele raadsleden werd uitgestrooid, heilzaam gekiemd en rijpe halmen doen opschieten. Den zaaiers zij eer en eere ook aan hen, die hunne voetstappen drukken. Volgehouden en 't zal wel gaan.
De heer gouverneur heeft nog niet in het Vlaamsch aan de beraadslagingen deel genomen, doch wij verwachten dat Z. Ed. zulks in 't vervolg wel doen zal. De heer ridder Pycke van Ideghem spreekt zuiver Vlaamsch, en hij drukt zich in die taal met zooveel gemak als woordenrijkheid uit.
Den 11n Juli werd door den provincieraad een voor de Vlaamsche zaak gewichtige maatregel genomen, die, reeds sedert 1866, door den Antwerpschen gemeenteraad voor de stadszaken genomen is en sedert dien onafgebroken toegepast wordt met den besten uitslag. De provincieraad heeft namelijk met 40 tegen 3 stemmen en 4 onthoudingen goedkeuring verleend, op een door den raadsheer Frans Van Boghout ontwikkeld voorstel, volgens welk er voortaan gebruik zal gemaakt worden van de Vlaamsche taal, in al de handelingen en stukken, voor welke de raad zich slechts van eene taal zou bedienen. Dien ten gevolge, zullen de ambtelijke proces-verbalen, welke tot hiertoe in 't Fransch opgesteld waren, te rekenen van 1873 in het Vlaamsch zijn.
Jegens de kunst heeft de provincieraad zich hoogst milddadig getoond. Onze lezers zullen zich herinneren, dat wij in 1871, bladz. 111, mededeelden, dat het Antwerpsch gemeentebestuur jaarlijks 10,000 fr. beschikbaar had gesteld voor het aankoopen van schilderijen voor het museum van oude en hedendaagsche meesters. Eene som van hetzelfde bedrag werd verleend door het staatsbestuur en ook het museum zal jaarlijks 10,000 fr. bij te brengen hebben. De provincieraad heeft dit goede werk willen aanmoedigen en een hulpgeld van 10,000 fr. toegestaan. Aangezien de middelen der provincie beperkt zijn, heeft de raad zich slechts kunnen verbinden voor één jaar; maar het is evenwel verstaan gebleven, dat, zooveel mogelijk alle jaren, eene zekere som, door den provincieraad, ten behoeve van de uitbreiding van het Antwerpsch museum zal worden gegeven.
Den 17n Juli vereenigden de heeren raadsleden zich aan een feestmaal, ter eere van den heer gouverneur gegeven. Wij drukken hiervoren de fraaie dischkaart, een keurig werk van den heer Jan Verhoeven. Zooals men ziet, is de tekst dezer kaart in het Vlaamsch gesteld.
Eischt nooit van de menschen, dat zij iets anders wezen, dan hetgeen zij waarlijk zijn: eischt altijd van u zelve te zijn hetgeen gij wezen moet.