De Vlaamsche School. Jaargang 18
(1872)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 100]
| |
Bernardus-Pieter Weiser.Deze kunstschilder, op 1 November 1822, te Doornik geboren en te Antwerpen op 10 Juni overleden, was zoon van Bernardus-Antoon, sieraadschilder, en van Agnes-Josepha Pernois; hij ontving de eerste lessen in het teekenen van zijnen vader; in 1835 kwam hij de lessen volgen aan de Antwerpsche academie, waar hij dit jaar de 6de plaats der omtrekteekening bekwam in den jaarlijkschen kampstrijd; in 1836, de 4de der figuren in omtrek; in 1837, de eerste der geschaduwde figuren; in 1838, de 4de in de ontleedkunde, de 3de in de doorzichtkunde en de 2de in de teekening naar het antiek; in 1839, in de twee voornoemde vakken, de tweede; in 1840, de 5de in de uitdrukking; in 1841, de 3e in de teekening naar het levend model en de 2e in de uitdrukking; in 1842, de 1e in de teekening naar het leven, de 6e in de uitdrukking en de 1e in de doorzichtkunde. De jonge Weiser was als bijzondere leerling door G. Wappers aangenomen. Den 1sten October 1843 werd hij als hulpleeraar aangesteld, en bij koninklijk besluit van 30 Januari 1851, werd hij tot leeraar der klasse van doorzichtkunde benoemd. Intusschen deed Weiser zich door een aantal verdienstelijke schilderstukken kennen; wij geven verder de lijst zijner bijzonderste gewrochten.Ga naar voetnoot(1) Weiser behandelde bij voorkeur onderwerpen, aan het dorpsleven ontleend. Hij was een vriend der natuur en had oog en oor voor hare schoonheden, die hij, in menig aangenaam tafereeltje, getoond heeft te begrijpen. Gelijk hij de natuur beminde, zoo beminde hij ook de studie en den arbeid. Hij leefde inderdaad met hoofd en hart voor de kunst. Ongelukkiglijk was hij niet sterk van gestel en werd hij verscheidene malen door zware ziekten aan de smartensponde gekluisterd en derhalve ook gedurende langen tijd van zijne geliefkoosde bezigheden afgehouden, iets waarover hij zich, bij die gelegenheden, niet zelden luider bekloeg dan over de lichamelijke folteringen welke hij had te verduren. Overal waar hij 't kon, moedigde hij anderen aan tot beoefening van de schoone kunsten, zonder daarom te gewagen van zijn eigen kunstiever, want Weiser was een zedig en ingetogen man. Verwaandheid, laatdunkenheid waren hem geheel vreemd. Verscheidene jongelingen, bij wien hij gelukkigen aanleg meende te ontdekken, werden door hem of op de baan der kunst gebracht of, wanneer zij die reeds betreden hadden, door hem met goede raadgevingen bijgestaan. Tusschen degenen welke uit dezen hoofde een goed aandenken van den te vroeg ontslapen kunstenaar zullen bewaren, noemen wij onzen vriend J.E. Van den Bussche.Ga naar voetnoot(1) Zijne goede diensten aan jongelingen van aanleg bewezen, bepaalden zich niet altoos tot het verstrekken van raad. Zoo weten wij, dat door Weisers toedoen, aan eenen koffiehuis-bediende te Antwerpen, die veel aanleg voor de teekenkunst verried, de middelen verschaft werden, om te studeeren. Gedurende vrij langen tijd, was deze jongeling Weisers leerling. 't Zou ons niet moeielijk vallen meer dergelijke voorbeelden van 's mans kunstliefde en edelmoedigheid aan te halen. Weiser leidde verscheidene goede leerlingen in de kunst op. Allen beminden hem als een vaderlijke vriend. Op 11 September 1855 was de schilder in den echt vereenigd met mejuffer Joanna-Francisca Lottner; hij laat zijne vrouw met één kind achter. Van toen ons tijdschrift werd gesticht (1853), telde het Weiser tusschen zijne medewerkers. In eene volgende aflevering zullen wij eene door hem geteekende plaat mededeelen, welke door H. Brown, die gelast was ze te snijden, onvoltooid achtergelaten en thans afgewerkt is door den nieuw benoemden leeraar van houtgravuur aan de Antwerpsche academie, den heer Ed. Vermorcken. Onder een grooten toeloop werd op 13 Juni in St-Josephskerk Weisers lijkdienst verricht. De ter-aardebestelling had plaats op de begraafplaats van het Kiel. Aan het graf spraken de heer N. De Keyser, bestuurder der academie en J. De Braekeleer, namens de afdeeling van beeldende kunsten van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, redevoeringen uit, beide in de Fransche taal. Weiser schilderde en teekende een zeer groot getal portretten, zoo voor Antwerpen, Brussel, als andere plaatsen. |
|