De spoorvogel.
Wij geven hier eene afbeelding van den Spoorvogel, die ook wel lansvogel wordt geheeten. Men treft hem in Europa niet aan; ook niet in Australië. Daarentegen vindt men hem in alle moerassige streken van Amerika, Afrika en Azië. In Brazilië, waar de Spoorvogels zeer menigvuldig zijn, worden zij Jacanas geheeten. Onder dezen naam zijn zij ook in de verschillende werelddeelen gekend.
De Spoorvogels zijn berucht om hun twistzieken aard en hunne vechtersnatuur. Zij verdragen geene andere vogelen in hunne nabijheid. Overigens zijn zij zeer moedig en niet gemakkelijk tot vluchten te bewegen. Nooit versteken zij zich. Ook over dag houden zij zich volstrekt niet schuil. Integendeel, zij loopen meer bij dage dan des avonds.
Wij zeggen loopen, in plaats van vliegen, omdat de Jacana, gelijk men in Brazilië zegt, veeleer een loopende dan een vliegende vogel is. Hij weegt buitengewoon licht en in de vol onkruid zittende moerassen der warme landen, waadt hij zoo gemakkelijk door het water, alsof hij de eigenschap bezat om op hetzelve te gaan.. De waterplanten, die hem tot steun verstrekken, bezwijken volstrekt niet onder zijne zwaarte. Onze plaat vertoont een Spoorvogel, staande op een paar bladeren van eene waterleliënplant. Meer heeft hij niet noodig, om zich op het water recht te houden. Zwemmen kan hij niet; men ziet, dat zijne lange pooten van geene zwemvliezen voorzien zijn. Vliegen kan hij beter dan het waterhoen, maar hij stijgt niet hoog en vliegt steeds recht en op horizontale wijze.
Ofschoon hij alléén meer geschreeuw en getier maakt dan honderd andere vogelen te zamen en schier nooit zijnen bek houdt, is de Spoorvogel zeer moeielijk te vangen of te dooden. Hij is zoo slim en listig als een vos.
Hij paart met maar een wijfje, welk vier of vijf eieren legt. De Spoorvogels maken hunne nesten op den vasten grond en de jongen volgen de ouden met zooveel gemak en onbeschroomdheid op hunne watertochtjes, als zwaantjes en eendjes hunne oudjes nazwemmen. De Spoorvogel heeft zijnen naam te danken aan de soort van spoor of spies, welke hij aan den uitspringenden hoek van zijne twee vleugels heeft en waarmede hij zoo geducht aanvalt als hij zich verdedigt.