Studentengenootschap Met Tijd en Vlijt.
Het studentengenootschap hield op 9 Mei, des middags, in de promotiezaal, ter Halle, zijne buitengewone jaarzitting, welke was moeten verschoven worden, ten gevolge van het overlijden des eere-voorzitters, mgr. Laforêt (zie blz. 16). Ten aanwezen eener talrijke vergadering, waarin wij vele buitenleden opmerkten, verklaarde de voorzitter, hoogleeraar P.G.H. Willems, de zitting geopend. De heer C. Siffer, oud-secretaris, thans onder-voorzitter, maakte verslag over de werkzaamheden van het afgeloopene jaar. Vervolgens droeg de hoogleeraar J.A. Alberdingk-Thijm eenige brokstukken voor, uit een geschiedkundigen roman, Baertjen Hooft, die den hoorderen veroorloofde eenen blik te slaan in Vondels huiselijk leven. Wij zien met groote belangstelling de uitgaaf van dit werk te gemoet. Het belooft, in allen deele, een belangrijk boek te zullen wezen, welk zoowel in Zuid- als in Noord-Nederland met gretigheid zal gelezen worden. Ten 2 ure was de zitting afgeloopen en een uur later vereenigde een vriendenmaal 75 gasten in de groote zaal der Halle, waar wij met leedwezen zagen, dat de talrijke portretten, over wier slechten staat van onderhoud wij in 1871, op blz. 10, gewaagden, nog steeds onaangeroerd op hunne plaats hingen. Wanneer zal men er toch eindelijk eens handen aan uitsteken?
Ook aan tafel nam hoogleeraar Willems het voorzitterschap waar. De disch liet niets te wenschen en strekte den heere Daviau, des genootschaps gewonen tafelbezorger, inderdaad tot aanbeveling.
Bij het nagerecht herinnerde de heer Willems aan het onherstelbaar verlies, welk de hoogeschool in Mgr. Laforêt heeft geleden; Mgr. Namêche, zijn waardige opvolger, was door onpasselijkheid belet geweest, de zitting bij te wonen; de nieuwe rector draagt der Vlaamsche zaak een goed hart toe en het genootschap mag belangstelling en steun van hem verwachten. Monseigneurs gezondheid werd dan ook met toejuiching gedronken. Niet minder geestdrift verwekte de heildronk, ter eere van den heer Willems, door den heer Alberdingk-Thijm voorgesteld, aan het slot van eene hartelijke taespraak,