Jan Massys, Pastor van Campenhout, 1404-1427.
In mijnen brief over de familie Massys, opgenomen in dezen jaargang der Vlaamsche School bl. 26, heb ik getoond dat zekere Jan Massys met de waardigheid van pastor van Campenhout bekleed was in 1404. Hij behoorde tot de Massysen van Herenthals en telde een broeder die den voornaam van Zanderik droeg. Dezer dagen, bij het doorloopen van de bescheiden der schepenen van Leuven, vond ik eene akte waaruit blijkt, dat deze priester nog in 1427, te Campenhout, in bediening was. Door deze akte neemt Machtelde Roelofs, weduwe van Jan Pynnoc, van de abdij van St-Michiel, te Antwerpen in pacht de tiende van Corbeek over Dijle, een dorp op eene mijl van Leuven gelegen, mits 24 mudden rogge 's jaars. Luidens de oorkonde moest deze hoeveelheid graans te Leuven ontvangen worden door Jans Esraven, kloosterling van St-Michiel, of door Jan Massys, pastor of Persoon van Campenhout. Hieruit blijkt dat deze priester zoo niet tot gemelde abdij behoorde, dan toch met haar betrekkingen had. De archieven van St-Michiel van Antwerpen moeten derhalve bijzonderheden over Jan Massys bevatten. Het zou wellicht niet onbelangrijk wezen te kunnen bestatigen, in welke verhouding deze priester tot de ons bekende Kempensche Massysen stond. Tot het wagen van dit onderzoek maan ik de liefhebbers ten zeerste aan.
Intusschen laat ik de gemeende oorkonden hier volgen:
‘Cond sy allen lieden dat joffer Machtelt Roelofs, weduwe Jans wilen Pynnoc, in jegenwordicheyt der scepenen van Loevene gestaen, heeft genomen en bekendt dat si genomen heeft van den eerwerdigen vader in Gode Mynhere den Abdt des Godshuys van Sente Mychiels, bynnen Antwerpen, de thiende geheellic en al des voirs. Godshuys, gelyc tselve Godshuys die houdende is, tot Cortbeke over Dyle, te houden en te hebben van Sente Jans daghe Baptiste lest leden, enen termyn van sesse jaren lanc duerende, d'een na d'andere, stappens volgende, elcx jaers daer en bynnen om vierentwintich mudde rogs, goet en payabel der maten van Loevene, alle jaren den voirs. termyn duerende, te Kersmisse, te betalen en tot Loevene te leveren heeren Janne Esraven, canonick, regulier des voirs. Godshuys en heeren Janne Massys, priestere, persoen der kercke van Campenhout, oft eenigen van hen bringhere des briefs, tot behoef des voirs. Godshuys, en telken termyn als vervolghde schout; en hieraf zyn burghen der voirs. joffer Machtelden, Goert Roelofs, haren brueder, Goerde Heerenmeys en Goert Roelofs, naturalic sone Hueghs wilen Roelofs, de welke de voirs. joffer Machtelt geloeft heeft hier af scadeloes te houden en t' ontheffen.
Lombaert, Haenwyc July X,’ 1427, 2a
Wellicht telde Jan Massys bloedverwanten in Campenhout. Trouwens, ik lees in eenen akt ontvangen, in de 2e Schepenenkamer, op 4 November 1429, het volgende:
‘Item, Katharina Mansys (sic) relicta Arnoldi quondam dicti Oeden, de Campenhout.’
Nadere bijzonderheden over deze weduwe van Arnold Oeden bezit ik tot dusverre niet.
Leuven, 25 April 1872.
Ed. Van Even.