zake van strafrecht, voor alle akten van rechtspleging, zich te bedienen van de Vlaamsche taal, telkenmale dat het niet zal bewezen zijn dat de beschuldigde, de betichte of de overtreder de Fransche taal machtig is en verkiest dat dezelve gebruikt worde. Indien dit voorschrift niet nagekomen wordt, zoo zal de proceduur nietig en van geener waarde zijn.’ Dit voorstel, welk door de kamer in aanmerking genomen en naar de afdeelingen verzonden is, was door de volgende kamerleden onderteekend: E. Coremans, J. De Laet, L. Gerrits, G. De Baets, Delehaye, Van Wambeke, De Naeyer, Tack, Le Clercq, Vander Donck, Reynaert, Verwilghen, Van Overloop, De Kerchove, Schollaert, Janssens en Zerezo de Tejada.
- Bij koninklijk besluit is, overeenkomstig de inzichten van den prijsstichter, dr. Guimard, 10,000 fr. beloofd aan wie het beste werk zal gemaakt of de beste uitvinding zal gedaan hebben, om den toestand van de werkende klasse, zonder uitzondering en over 't algemeen, stoffelijk en zedelijk te verbeteren.
Bij koninklijk besluit van 28 April zijn tot leden van de jury benoemd, de heeren Maus, Dony, De Decker, De Laveleye en Thonissen, allen leden der koninklijke academie van België.
- Bij ministerieel besluit van 8 April zijn benoemd als leden der commissie voor het inrichten der tentoonstelling van schoone kunsten: de heeren Anspach, A. Balat, T. Canneel, Clays, N. De Keyser, J. Delin, graaf van Robiano, de Schampheleer, L. Fraikin, W. Geefs, Guffens, baron Kervyn van Lettenhove, Lamorinière, Meunier, Portaels, Robert, Schollaert, Thomas, A. Van den Peereboom, Van Moer, Van Soust de Borkenfeldt, Vervoort, Wiener; Stienon, secretaris.
Gent. - Buiten de Antwerpschepoort is eene nieuwe zangmaatschappij ingericht, onder den naam: de Vlaamsche jongens, met zinspreuk: Zoo weinig Fransch mogelijk.
- Door het Willemsfonds is uitgegeven eene tweede veel vermeerderde uitgaaf van de Uitspraakleer der Nederlandsche taal, door den verdienstelijken taalgeleerde, K.-L. Ternest.
- Het Willemsfonds opent voor zijne inschrijvers eenen wedstrijd voor het schrijven van Nederlandsche dichtstukken, geschikt om als koren, melodiën of volksliederen op muziek gebracht te worden. De stukken, voorzien van eene kenspreuk, in te zenden voor 15 Juni 1862 aan den heer secretaris J. Vuylsteke. Er zijn uitgeloofd drie prijzen van 40 en drie van 20 fr.
- De maatschappij der Vlaamsche bibliophilen heeft bij Annoot-Braeckman een handschrift laten drukken van Marcus van Vaernewyck, getiteld. Van de beroerlicke tijden in die Nederlanden, en voornamelick in Ghendt, 1566-1568. Onder andere is er in te vinden eene lijst van schilderijen, beeldhouwwerken, glasramen enz., die, in 1566, kerken en kloosters versierden en door de beeldstormers werden verwoest. Door den geleerden heer F. Van der Haeghen is het werk voorzien van eenige ophelderende aanteekeningen.
- Van den heer Max Rooses, is te Utrecht in het tijdschrift Nederlandsch tooneel, eene beredeneerde levensschets van Willem Ogier, den gekenden Antwerpschen tooneeldichter der xvi eeuw verschenen. De heer Rooses zou zich van eene verdienstelijke taak kwijten, als hij ondernam de geschiedenis van het Vlaamsch tooneel te schrijven. Wij nemen de vrijheid er hem toe aan te wakkeren.
Iseghem. - Crombez' Zanggenootschap. De daartoe aangestel de jury heeft de prijs van samenstelling toegewezen aan de stukken ‘Alleen,’ spreuk ‘Vlaamsche woorden, Vlaamsch muziek,’ getoonzet door Julius De Vos, van Gent; en ‘Het klooster,’ muziek van Ludwig-Felix Brandts-Buys, te Zutphen (Holland). Eene eervolle melding, gelijkstaande met een 2n prijs, is toegekend aan het stuk: ‘een Zomernacht,’ voor kenspreuk dragende: ‘O, Natuur, wat zijt gij grootsch!’
Brugge. - Het standbeeld van Van Eyck is verplaatst naar eene zaal der academie van schoone kunsten. Dergelijke maatregel diende sedert lang genomen te zijn voor het in den hof der Antwerpsche academie staande beeld van Quinten Massys, door Karel Geerts. Dit werk, het eenigste dat men van dezen verdienstelijken beeldhouwer bezit, is zeer slecht onderhouden en bleef den ganschen winter ongedekt aan nat en vorst blootgesteld.
Luik. - In de alhier sedert den 1n April geopende kunsttentoonstelling treft men onder andere schilderijen aan van Gallait, Kindermans, Roffiaen, de Schampheleer, Van Moer, Stroobant, Gabriel, De Loose, Keelhoff, De Vos, Julin, De Wilde, Linnig, Koster, André, Achenbach, Diaze, Cermak, C. Muller, De Groux, Van Kuyck, de Haase enz.