wien laten wij ons geene moeite of last verdrieten en laten wij zoo menig zuren druppel zweets bij den arbeid vallen? Waartoe slaven wij ons af, en zorgen en peinzen bij dag en bij nacht? Wat perst ons onder 't zwoegen en zweeten van den heeten dag zoo menig zwaren zucht af? Gebeurt niet alles om wille van het lieve voedsel, van het kostelijke dagelijksche brood? En het voedsel is niet voor arm en been, maar is hoofdzakelijk voor de maag!
Dit kleine, onaanzienlijke punt is de ware slagveer in 't uurwerk van alle menschelijke handelingen en drijft het raderwerk van alle menschelijk leven en streven met onweerstaanbaar geweld. De soldaat trekt naar het slagveld; de schipper waagt zich op het trouweloos element des waters en stevent naar verre landen en kusten; de geleerde leest en schrijft dikke boeken; de mijnwerker daalt in de diepten der aarde af; de herder beklimt de toppen der Alpen; de muzikant strijkt den bas; de voerman zweept de paarden; de dansmeester maakt luchtsprongen - alles omdat... de maag dat wil!
Zij wil! Dat is genoeg. Zij beveelt als een nieuwbakken kaporaal en hoort naar geen tegenpruttelen. Als zij spreekt, gehoorzamen haar alleronderdanigst alle groote en kleine potentaten, keizers, koningen, sultans, hertogen, graven, baronnen en huns gelijken, even goed, als bedelaars, schooiers en verder volk van dat slag. Geen scepter en geen bedelstaf brengt haar ooit tot zwijgen.
Men bedenke eens, wat er van de wereld worden zou, als de maag, deze machtige hefboom van alle dingen, deze ezelsdrijver van het trage menschengeslacht, ontbrak; als wij niet meer moesten eten en drinken. - Ik zeg u, het uurwerk der wereld stond binnen acht dagen stil. Advocaat noch kleermaker, landbouwer noch staatsman, schoen- noch boekenmaker, met één woord, geen werkman, geen boer, geen geleerde of ongeleerde zou voortaan meer arbeiden. 't Zou alle dagen zon- en feestdag zijn. Men bleef stillekens thuis. Gansche volkeren zouden van verveling dansen of wandelen gaan, naar de sterren kijken of zich dood geeuwen.
Zoo is het dan bewezen, dat de maag het middelpunt der wereld, de hoofddrijfveer der menschelijke handelingen is.
(Naar H. Zschokke.)