Kronijk.
Antwerpen.
- Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen. - Op 30 October hield de heer Chavée, eene verhandeling over de verschillende rassen in Frankrijk.
Op 1, 2, 3 en 5 November waren in de maatschappij de volgende kunstwerken tentoongesteld:
C. Verlat. Twee wolven betwisten elkander eene prooi, bestaande uit een uitgestrekt liggende hert, op den met sneeuw bedekten grond, in een afgelegen hoek van een bosch. De maan is achter de wolken en vormt op den achtergrond eene geheimzinnige schemering. Het geheel is dramatisch voorgesteld; de worsteling is hevig en is ook levendig en krachtvol uitgedrukt. Het oog der twee aanvallers gloeit, de spieren zijn gerokken, de gapende muil wasemt bloeddorst uit. Dit puikstuk is zoo meesterlijk geteekend als prachtig geschilderd; slechts hadden wij den voorgrond of de strijdende dieren een weinig meer willen zien uitlossen.
F. Lamorinière stelde de prachtigste schilderij ten toon, die wij sinds lang van dezen meester te zien kregen. Het is een landschap uit de omstreken van Schilde, eene ware dichterlijke eenzaamheid, schoon geteekend, wijs en waarheidsvol als kleur, in één woord: een meesterstuk, waarmede wij den heer Florent Joostens, die het bestelde, waarlijk geluk wenschen.
J. Ruytens Gezicht op de Schelde, is fijn en goed geschilderd, doch wij zouden gezichten van dien aard, juister naar de natuur willen gevolgd zien.
Voor Jos. Moerenhout moeten wij dezelfde bemerking maken als voor den vorigen schilder. De zeeoever te Scheveningen is een zeer zorgvuldig bewerkt tafereel, maar onzes dunkens te conventionneel van kleur.
Jan Stobbaerts ontwikkelt zich. Indien het onderwerp zijner schilderij, getiteld: De voorproevers, met meer eenvoudigheid behandeld ware geweest, zou het geheele stuk er in verdienste bij gewonnen hebben. Nu is er gerammel in zijne schildering. De liefhebbers van de wijnproef zijn te talrijk; de tafelgerieven te menigvuldig; de tafeldoek zou ook beter op zijne plaats hebben kunnen blijven.
In P. Van Havermaets goed geschilderd kinderportretje zouden wij de vleezen wat bloedrijker hebben willen zien; maar 't is moeilijk zich met juistheid daarover uit te drukken, als men het model niet kent. Ook zeggen wij dit onder een oogpunt van kunst; als gelijkenis kan het afbeeldsel allerbest getroffen zijn. In zijne schildering treffen wij nogtans tonen aan die in schilderswerkplaatsen zeer juist kunnen zijn, maar welke geheel en al veranderen, in een ander daglicht gezien.
Tusschen J. De Braekeleers verschillende modellen van borstbeelden in gebakken aarde, zagen wij twee zeer lieve medaillons; nogtans vinden wij het zwarte marmer, als grond, te veel gezocht voor ernstige beeldhouwerij. Vol schoone hoedanigheden is het model van mevrouw Davids borstbeeld, dat, onzes dunkens, beter wit ware gehouden, daar het in marmer moet uitgevoerd worden. Naar wij vernomen hebben, is er tusschen de Antwerpsche burgerwachten eene inschrijvingslijst in omloop, om den kolonel zijn marmeren borstbeeld, uit te voeren door J. De Braekeleer, ten geschenke aan te bieden. De Napolitaner is levendig en geestig behandeld; in dit werk bevalt ons de toon der gebakken aarde, even als in het kinderborstbeeldje zeer wel.
- In de O.-L.-Vrouwekerk, in St-Josephskapel, gaan twee geschilderde glasramen geplaatst worden, vervaardigd in het huis Didron, te Parijs. 't Is in deze kapel dat onlangs het schoon geschilderd roosvormig raam geplaatst werd, uitgevoerd door A. Stalins en comp. (zie bladz. 95), naar de teekening van L. Hendrickx, die zich met de overige versiering dezer kapel belast had. Wij kunnen het noch bij de gevers, noch bij het kerkbestuur goedkeuren, dat zij naar Parijs gaan om kunstwerken voor onze hoofdkerk aan te koopen; daarenboven moet de kerk geen staalboek worden.