steden. Handel, nijverheid en scheepvaart verschaffen der bevolking een onbekrompen bestaan. De bisschop van Twer en Kàschin heeft in de stad Twer zijnen zetel. Zij ligt tusschen de 10 en 15 uren van Moskow af en wordt bespoeld door de rivieren Wolga, Twerza en Tmaka. De boerenstand in het gouvernement Twer geniet een vrij goeden welstand, vergeleken aan de schamele omstandigheden, waarin de landbouwers op vele, ja zelfs op de meeste andere plaatsen van Rusland verkeeren. Ook onder het oogpunt der beschaving, zijn de boeren van Twer op die van vele andere Russische provinciën vooruit, ofschoon dit niet veel zegt, wanneer men de grove onwetendheid in aanmerking neemt, waardoor de Russische boeren zich over het algemeen kenmerken. Allen, zonder onderscheid, zijn aan den drank verslaafd. De dronkenschap schijnt er eene landziekte te wezen. Men vindt, om zoo te zeggen, geen enkelen landbouwer, in het Russische rijk, die zich niet onder de tafel drinkt, als hij er gelegenheid toe heeft en - hij is er steeds op uit om die gelegenheid te vinden en neemt ze dan ook maar al te regelmatig waar. Aan deze plaag der dorpen, paart zich eene niet minder te vreezen krankheid, namelijk het bijgeloof. Een bijgelooviger schepsel dan de Russische boer, is in de wereld niet te vinden. Daarentegen bezitten zij, in hooge mate, de deugd der eerlijkheid. Zeer zelden hoort men van eenen boer, dat hij zich zou schuldig gemaakt hebben aan diefstal. Wie uit zijn huis gaat, sluit noch kamer, noch huisdeur, en kan zelfs zijn geld vrij laten l ggen, zonder te vreezen, dat er iets zal gestolen worden. De eenigste voorzorg, die men neemt, bestaat daarin, dat men een stuk papier tusschen de deur steekt, ten bewijze, dat er niemand te huis is. Dr Blasius, van wiens reisontmoetingen in Rusland wij reeds vroeger melding maakten, haalt in zijne
reisbeschrijving een niet onaardig en treffend bewijs aan van de eerlijkheid der Russische boeren. De reiziger bevond zich te Ustjug-Weliki, een landstadje in het gouvernement Walagda, met 8400 inwoners, na Archangel de voornaamste handelsplaats in noordelijk Rusland. Recht over zijn logist, zat eene marktvrouw, die elken zondag achternoen dronken was en tot 's avonds achter haar kraam zat te slapen. Hare nering ging desniettemin ongestoord voort, ofschoon zij niemand bij zich had, om, gedurende haren slaap, hare waren te bewaken en de koopers te gerieven. Wie iets noodig had, nam het eenvoudig van haar kraam af en legde eerlijk het geld er voor neer, zonder haar in haren slaap te stooren.
Het ware te wenschen, dat de eerlijkheid overal zoo werd nagekomen.
Lang moet men beraden over hetgeen men slechts eenmaal doen kan.