Joannes-Cornelis van Ryswyck.
Wij hebben op bladz. 39 het overlijden gemeld van den heer Joannes-Cornelis Van Ryswyck, vader of hoofdopzichter van het knechtjeshuis te Antwerpen en die zich onder andere heeft doen kennen als een goed gelegenheidsdichter. Vader Van Ryswyck was iemand die zeer geacht was en zich vooral de liefde had weten te verwerven van de talrijke weesjongens die, onder zijn bestuur, hunne opvoeding in het liefdadig gesticht genoten, waarvan hij gedurende een tijdvak van 32 jaren het bestuur waarnam, met eene zich nimmer verloochenende zelfopoffering.
Bij 's mans overlijden, werd dan ook dadelijk door oudweesjongens en door degenen die nog in het gesticht verblijven, 't gedacht opgevat, den heer J.-C. Van Ryswyck een gedenkteeken op te richten, als een duurzaam bewijs van de dankbaarheid welke hij zoo welverdiend in veler harten wist op te wekken. Het denkbeeld vond den ruimsten bijval. De voor de uitgaaf benoodigde som was spoedig volteekend en den 3n September dezes jaars heeft de inhuldiging plaats gehad van het grafteeken welk wij hier mededeelen, en dat, zoo de uitvoering te wenschen moge laten, daarentegen als opvatting zeer verdienstelijk is. Geheel het personeel van het knechtjeshuis, een groot getal gewezene knechtjesjongens, waartusschen er een aantal van buiten de stad en zelfs eenige van buitenlands gekomen waren, woonden de plechtigheid bij. De commissie, die zich gelast had met het verzamelen van de gelden en het uitvoeren van het gedenkteeken, had tot voorzitter en secretaris twee gewezene knechtjesjongens, de heer Jos. De Pré, thans meester drukker, en A. Bertou, de gunstig gekende en aanbevelenswaardige zilverdrijver, beide te Antwerpen.
Men heeft zich stoetsgewijs, voorafgegaan van muziek, naar de begraafplaats Stuivenberg begeven, waar Joannes-Cornelis Van Ryswyck naast zijne twee zonen, de dichters Theodoor en Jan Van Ryswyck rust. Bij de onthulling van het grafteeken werden er redevoeringen uitgesproken door de heeren Frans Van Bergen, Aug. Bertou en Jos. De Pré.
Het ontwerp van dit gedenkteeken is men aan den heer A. Bertou verschuldigd; de uitvoering werd toevertrouwd aan eenen jongen beeldhouwer, H.-F. Antheunis, en de gunstig gekende C. T' Felt heeft het in plaat gebracht.
Tusschen de oudweesjongens zijn er menigvuldige die in de samenleving op eene schoone baan gekomen zijn.
Tusschen de nog levende gewezene knechtjesjongens telt men diplomaten, geestelijken, schrijvers, schilders, beeldhouwers, goud- en zilverdrijvers, kooplieden en nijveraars in alle vakken. De koninklijke academie van Antwerpen heeft tusschen hare leeraars een gewezen knechtjesjongen, namelijk de heer Lallemand, die aan dit gesticht onderwijs geeft in het boetseeren van sieraden en reeds vele goede leerlingen heeft gevormd.
De plechtigheid der onthulling van vader Van Ryswycks grafteeken, is inderdaad indrukwekkend geweest. Zij was eenvoudig en vooral opmerkelijk door de bijna godsdienstige ingetogenheid, welke al de aanwezigen aan den dag legden. Men zag dat het geene plechtigheid was, waarin de ijdelheid den boventoon hield, maar eene waaraan bij alle aanwezigen het hart deel had.