doch een heilige eerbied voor de plaats, die het bloed van duizende martelaren heeft gedronken, houdt de bovenhand in het gemoed van den christenen bezoeker. Daar kwamen de kampvechters hunne krachten, in bloedigen strijd, tegen elkander of tegen wilde dieren afmeten, en duizende toeschouwers - men schat op honderd duizend het getal dat in het Coliseum plaats kon vinden - waren op de trappen samengepakt om den overwinnaar toe te juichen. In het begin werden enkel misdadigers, slaven en krijgsgevangenen aan het bloedzuchtig vermaak der Romeinen geslachtofferd; later zag men ook edele en vorstelijke personen in het strijdperk treden, om met levensgevaar eenen ijdelen lauwertak in te oogsten. Zonder andere bewijzen zou de geschiedenis van het Coliseum u in bloedige letteren verhalen hoe verlagend, hoe wreed de vruchten zijn door de volksbeschaving voortgeteeld, wanneer deze niet door hoogere regels van geloof en godsdienst wordt geleid en ondersteund.
Ontelbaar is het getal der christene helden, die voor een verhevener doel, tot belijding en staving huns geloofs, in het Coliseum, onder den tand en de klauwen der wilde dieren, hun bloed vergoten om met de kroon der martelaren ten hemel op te varen. Na tot verschillige bestemmingen gediend te hebben, werd in 1750 het Coliseum door den grooten Paus Benedictus XIV aan de gedachtenis der martelaren, die daar de glorie des marteldoods vonden, toegewijd; ook werden er dan 14 kapellen of nissen met de 14 statiën van den kruisweg opgericht.
Tusschen het Coliseum en den praalboog van Constantijn stond de meta sudans (zweetende paalsteen), waar enkel een sierlooze steenhoop van overig blijft; het is daar dat de kampvechters zich kwamen reinigen, wanneer zij, met bloed en stof overdekt, het strijdperk verlieten.
Er valt nog aan te merken dat niet een steen van den schouwburg zonder gat of groef is. Waarschijnlijk dienden deze weleer om de steenen aan elkander vast te hechten met lood en koperen of ijzeren staven, die door de Gothen, tijdens hun verblijf te Rome in de Ve eeuw, er zouden uitgerukt wezen. Anderen zijn van gevoelen dat de groeven in de steenen werden gemaakt door de kramers en kooplieden die bij 't Coliseum stonden, ten tijde dat de Pauzen hun verblijf in het paleis van Lateranen hielden. De gaten zouden dan gediend hebben om er het houtwerk der kramers in te steken en de koopwaren voor te hangen. Doch de eerste veronderstelling schijnt de waarheid beter nabij te komen.
Zooals het blijkt uit de hier bijgevoegde plaatsneden is een groot gedeelte van het Coliseum - men weet niet bepaald door welk toeval - thans neergeworpen. De steenen werden weggeruimd en onder andere gebruikt voor het bouwen der paleizen Farnese en Barberini, der Kanselarij en der St-Marcuskerk.
E.P.K.