De Vlaamsche School. Jaargang 17(1871)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De twee ezels. Een ezel, groot en dik, en fraai van kop en pooten, Met ooren, lang en steil, door de natuur bedacht, Ontmoette op zijnen weg een' zijner lotgenooten, Die minder groot dan hij, niet minder was in kracht. Trots keerde hij den kop, bij 't nadren van zijn' broeder; Bezag hem van terzij, als zijnen blik onwaard; En trachtt' te hinneken als 't moedig oorlogspaard, Toen 't hi ha! hem ontsnapt, herinnerde aan zijn moeder. De kleinere ezel nu, zijns broeders trotschheid ziende, Lacht om het zot figuur, dat die verwaande maakt; Toont hem zijn dwaling aan en geeft, wat hij verdiende, Hem deze zedeles, die recht zijn hoogmoed raakt: ‘Wil nooit, mijn broederlief, u al te hoog verheffen; Doe niet gelijk het paard, daar gij slechts ezel zijt! De hoogmoed immers komt, tot 's trotschaards bittren spijt, Eens zeker tot zijn val. - Vaarwel! wil dit beseffen!’ Antwerpen. Pieter Vierhout. Vorige Volgende