Over eenige tuigen wier uitwerksels door de drukking des dampkrings worden teweeggebracht.
Pompen. - Men onderscheidt drie soorten van pompen: 1o de perspomp, 2o de zuigpomp, 3o de zuig-perspomp.
Perspomp. - De werking dezer pomp berust op de ondoordringbaarheid van het water, hetwelk omhoog gedreven wordt bij middel van eenen zuiger. In eene pompbuis geplaatst in eenen bak met water gevuld, kan een zuiger Z S dalen en klimmen; k is eene klep die van buiten naar binnen opengaat, en l eene klep die van onder naar boven openbuigt. Wanneer de zuiger daalt, sluit de klep k; daarentegen gaat de klep l open uit hoofde van de veerkracht der nog inbeslotene lucht. Ingeval nu de zuiger klimt, sluit de klep l en een gedeelte van het water der kuip komt in de pompbuis door de klep k die zich daarna weer toesluit. Men doet op nieuw den zuiger dalen, de klep l opent zich om doorgang te geven aan het water, dat tot eene zekere hoogte in de zijdsbuis C klimt, en zoo voorts.
Zuigpomp. - Deze bestaat uit eene buis die in eenen met water gevulden bak geplaatst is, uit eene pompbuis, uit eenen zuiger en uit twee kleppen, K en L, die van onder naar boven opbuigen. Wanneer de zuiger opgelicht wordt, sluit deszelfs klep K door de drukking der buitenlucht, integendeel opent zich de klep L, en de binnenlucht zet zich uit om het ledige onder den zuiger te vervullen; diensvolgens vermindert de drukking in de onderste buis, wat het water van den bak in die buis moet doen klimmen. Wanneer de zuiger nu daalt, sluit de klep L, en weldra wordt de klep K geopend door de lucht die onder en door den zuiger gedrukt wordt. Bij eene nieuwe klimming van den zuiger, komt het water hooger in de buis, eindelijk na zeker getal klimmingen en dalingen van den zuiger, verheft zich het water tot boven de klep-