Over de luchtpomp.
Dit tuig, tot het luchtledig maken bestemd, is in 1650 uitgevonden door Otto van Guericke, burgemeester van Maagdeburg. Het is door de hiervolgende plaat afgebeeld.
Afbeeldsel nr 1, zijnde eene doorsnede. - Z Z is een zuiger die in de opening der pompbuis P P daalt en klimt bij middel van eenen steel S.
k is eene klep die van onder naar boven opengaat, wanneer de drukking volgens die wending een weinig grooter is dan die welke plaats grijpt van boven naar onder.
c t is de klep der pombuis. Deze klep wordt opgelicht wanneer de zuiger klimt, en wordt weldra door de bovenste plaat der pompbuis tegengehouden; alsdan schuift de zuiger op de lengte van den steel c t. Integendeel daalt deze klep, wanneer de zuiger ook daalt, totdat de kegelvormige opening o door den stop c gesloten is.
o v is de pijp der luchtpomp; haar einde v is eene vijs waarop men holle glazen bollen kan vijzen of andere voorwerpen, waaruit men de lucht wil pompen: p p is de plaat der luchtpomp en K is eene klok, welker boord nauwkeurig gelijk geslepen is om dicht tegen de plaat te kunnen aansluiten, iets dat men daarenboven kan vergemakkelijken met een weinig kaarsvet aan den rand der klok te strijken.
Om de werking der luchtpomp beter begrijpelijk te maken, zullen wij veronderstellen dat de zuiger zich op de helft der pompbuis bevindt, dat de klep
c t open is, en dat de lucht der klok, der pijp en der pompbuis geene grootere drukking dan
die des dampkrings ondergaat. Men doet den zuiger dalen en welhaast wordt de opening
o door den stop
c toegesloten; ook kan de lucht der pompbuis niet tot de klok K terugkeeren; maar, door verdere daling van den zuiger gedrukt, opent ze de klep
k om langs die opening weg te vliegen, zoodat er geene lucht in de pompbuis onder den zuiger meer bestaat, wanneer deze op het einde zijner daling gekomen is. De zuiger op nieuw opgelicht zijnde, zou het
ledige onder hem bestaan, indien de klep
c t de opening
o bleef toesluiten; maar daar dit zoo niet gebeurt, komt de lucht der klok het
ledige der pompbuis aanvullen, en de klep
k blijft gesloten zoolang de zuiger klimt, omdat de binnendrukking altoos minder blijft dan die van den dampkring. Men doet den zuiger op nieuw dalen, de opening
o wordt toegesloten, de lucht onder den zuiger wordt meer en meer gedrukt totdat derzelver veerkracht de drukking der buitenlucht overwinne en de klep
k oplichte om weg te vliegen. Het is licht te beseffen dat, in geval de binnenruimte der pompbuis een tiende is der ruimte van de pijp
o v en van de klok K, er voor elke klimming en daling des zuigers, een tiende der inbeslotene lucht zal worden uitgepompt.
De luchtpomp in haar geheel is afgebeeld in de plaatdeelen nr 2 en nr 3. De stelen der twee zuigers sluiten zich ineen met de tanden van een drijfrad, waaraan eene handhaaf gehecht is.