Kronijk.
Antwerpen. - Op 20 en 21 November waren in den Burgersbond, Wetstraat, St-Willebrords, tentoongesteld: Schildering: Jezus sterft aan het Kruis, door F.-G.-J. Van Beers; Portret van Mej. X., id.; Landschap, door E. Schepens; Een hondje (studie), id.; Koolteekening, id. - Glasschildering: De H. Amandus, fragment van een glasraam, door P. De Craene; O.-L.-Vrouw (13e eeuw), fragment van een glasraam voor eene kapel te Manchester, id.; Predicatie van den H. Norbertus, schets voor een glasraam, id. - Beeldhouwwerk: de HH. Petrus en Paulus, door Jos. Van Genck; De H. Maagd (gothische stijl), door H. Van der Geld; De Onbevlekte Ontvangenis, door Jos. Thissen.
- Verschenen bij M. Brix van Wahlberg, te Amsterdam, vier liederen, muziek van den heer Ed. Gregoir, woorden van den heer J. Blockhuys. Deze liederen zullen veel bijdragen om de muziek in Nederland te verspreiden. Zij zijn te bekomen bij alle muziekhandelaars en getiteld: No 1. ‘Wat een hart soms lijden kan.’ No 2. ‘Niet alleen.’ No 3. ‘Ik zal hem vergeten.’ No 4. ‘Waarom ik haar nog min.’ De uitgave is net en duidelijk. Wij vestigen er gaarne de aandacht van alle zangers op.
St-Nicolaas. - Het Journal des Beaux-Arts, door den heer A. Siret uitgegeven, deelt evenals wij sterkwaterplaten mede. Tien van de volgende kunstbeoefenaren zijn verschenen: Dansaert, De Groux, Dell'Acqua, A. De Vriendt, J. De Vriendt, Flameng, Numans, Rops, Schaefels en Stroobant. Alle zijn keurige platen, zij zijn afzonderlijk gedrukt en worden aan de inschrijvers op gemeld blad afgeleverd ten prijze van 3 fr. 50, hetgeen slechts eene vergoeding is voor drukkosten en papier.
Gent. - De beroemde Gevaert bevindt zich op dit oogenblik in zijne geboortestad. Hij heeft Parijs, alwaar hij muziekbestuurder van het groot opera is, voor het beleg verlaten. Men zegt dat hij de vrije uren, welke de oorlogsgebeurtenissen hem verschaffen, gebruikt om de laatste hand te leggen aan muziekstukken, die bestemd zijn om eerlang het licht te zien.
Hoeylaert. - In deze gemeente bij Groenendael heeft de bouwmeester Jaminé, door den burgermeester, de heer De Man d'Attenrode, gelast met de heropbouwing der parochiekerk, in de grondvesten der afgebrokene kerk, een steenblok, met opschrift, ontdekt van ongeveer een meter hoog, zijnde een offeraltaar, uit het Gallisch-Romeinsch tijdvak, opgericht door Cajus Apianus Pacatus, voor hem en de zijnen, ter eere der plaatselijke Godheden. Is bestemd voor het koninklijk museum van oudheden te Brussel.