De Vlaamsche School. Jaargang 16
(1870)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 131]
| |
Leo-Joannes van Ysendyck.In 1868, bladz. 136, hebben wij het overlijden en de begrafenisplechtigheid aangeteekend van den jeugdigen kunstschilder wiens afbeeldsel wij hier mededeelen. Hij werd geboren te Bergen (Henegauwen) in 1841, waar zijn vader, de beroemde Antoon Van Ysendyck, destijds bestuurder der academie was. In de kunst opgegroeid, blaakte in hem welhaast het heilig vuur, niet alleen voor de schilder-, maar ook voor de toonkunst. In het Sint-Stanislascollegie, te Bergen, waar hij zijne eerste studiën deed, bespeelde hij het orgel in al de groote diensten; voor dat hij elf jaar oud was, maakte hij niet onverdienstelijke kleine dansstukjes, zooals walsen,
leo-joannes van ysendyck.
galops enz. In den laatsten tijd zijns levens, drukte hij menigmaal zijn spijt uit, zich niet uitsluitend op de muziek te hebben toegelegd. Met de schilderkunst hield hij zich insgelijks zeer vroegtijdig ieverig bezig. Verscheidene zijner schoolmakkers bewaren nog portretjes, die hij in zijne jongensjaren teekende. Zeer jong volgde hij de lessen der academie, waar hij al de eerste prijzen behaalde tot en met dien van de teekening naar antieke beelden, in 1855. In 1856, verliet het huisgezin de stad Bergen om zich te Brussel te gaan vestigen. Leo-Joannes was alsdan zeventien jaar oud. Hij behaalde aan de Brusselsche academie, met groote onderscheiding, den eersten prijs van het schilderen naar het leven. Bij deze gelegenheid verliet hij de hoofdstad en trok naar Parijs, om er zijne studiën voort te zetten. Achttien maanden verbleef hij in Frankrijks hoofdstad. Hij erlangde grooten bijval in de aldaar bestaande Ecole des beaux-arts en in de bijzondere school van den heer Gleyre; maar zijne innige neiging was en bleef voor de uitstekende koloristen: Rubens, Titiaan, Murillo waren in den Louvre zijne leermeesters. Later bestudeerde hij te Antwerpen en te Amsterdam ook nog Rubens en Rembrandt. Wij zullen ons altijd met genoegen des jongen schilders goedaardig karakter en zijne zedigheid herinneren. Overigens roemen al zijne vrienden en bekenden zijn zachtaardigen en gemoedelijken omgang. Van Ysendycks eerste werken van eigen schepping waren plafond- of zolderingstukken voor wijlen den heer Dugniole, te Brussel, en den heer Carlier, te Leuven. In 1864 prijkte op de tentoonstelling van Bergen een tafereel ontleend aan Lafontaine's fabel: De duif en de mier, dat op steen geteekend werd door den heer H. Hymans. Van hem prijkte ook op de tentoonstelling van gemeld jaar te Antwerpen de Goede Samaritaan en op de tentoonstelling van 1867 Ismaël en Isaak. Ook schilderde hij talrijke portretten die zoowel wegens hunne keurige uitvoering als voor hunne goede gelijkenis geroemd worden. Zijne laatste werken waren meestal genrestukken en studiën naar Italiaansche vrouwen. 't Is aan eene kortstondige ziekte dat de zooveel belovende schilder te Brussel overleed, op 25 Augustus 1868. In 1869, is het museum van Bergen, zijne geboortestad, verrijkt geworden met een tafereel dat hij op het laatst zijns levens vervaardigde en welk voorstelt een Napolitaansch meisje verscheidene geschenken bewonderende. Het stuk werd aan de verzameling geschonken door vader Van Ysendyck, die het museum stichtte, toen hij bestuurder was van de stedelijke academie. Men spreekt met veel lof over deze schilderij, alsook over de gift, getuigende van het belang welk de befaamde schilder stelt in de stad waar zijne kinderen het eerste levenslicht zagen. Wij hadden gehoopt door deze regelen een weinig balsem te storten in het vaderhart, met aan den heer Van Ysendyck te herinneren, dat zijn zoon, hoezeer hem stoffelijk ontvallen, toch eene plaats in de kunstgeschiedenis verworven had en reeds dien kunsthemel bewoont, dien hij ons zoo schitterend afmaalde en aan de tentoonstelling ten voordeele van het gedenkteeken van Mathijs Van Brée schonk.Ga naar voetnoot1 Doch heilaas! de diepbeproefde vader is op nieuw zwaar getroffen geworden, door het verlies eener dochter, Louiza-Maria, in den jeugdigen ouderdom van 21 jaren en 23 dagen te Brussel overleden, op 22 October jongstleden. Wij betuigen onzen geachten kunstvriend, onze innige deelneming in zijn lijden. D.V.S. |
|