Kronijk.
Antwerpen. - De heer L. Van Moock, goudborduurder, heeft onlangs een nieuw vaandel vervaardigd, in ojivalen stijl. Midden in prijkt in een medaillon de heilige Petrus, de oogen hemelwaarts gericht. Met den linkervoet vertrapt de heilige het kapiteel eener verbrijzelde kolom, waarop men leest Divo Jovi, zijnde een zinnebeeld van 't gevallen heidendom. Dit vaandel is een der beste borduurwerken die wij nog te zien kregen.
Brussel. - Programma van den prijskamp voor 1871, uitgeschreven door de koninklijke academie van België: 1e vraag: Onder welke vormen heeft zich in de Vlaamsche kunst der middeleeuwen het satiriek gedacht veropenbaard? De voornaamste monumenten der teekenende en beeldende kunsten aanduiden waarin deze gedachte hare uitdrukking heeft gevonden. 2e vraag: Den toestand van de muziekkunst in de Nederlanden en in het land van Luik gedurende de XVIIIe eeuw doen kennen. Aanduiden welke Belgische toonkunstenaars en virtuozen zich gedurende dit tijdperk onderscheiden hebben, zoowel in de Belgische provinciën als in den vreemde. 3e vraag: Het tijdperk aanduiden waarop de bouwkunde in de Nederlanden den invloed der Italiaansche school heeft ondergaan; de mannen aanduiden aan wien men dezen invloed moet toeschrijven en de werken der kunstenaars aanhalen. 4e vraag: De geschiedenis maken der gravuur-werkhuizen, die in het begin der XVIe eeuw in de stad Antwerpen bestaan hebben. De namen aanhalen en de nationaliteit aanduiden der kunstenaars, schilders, teekenaars, graveerders die voor deze werkhuizen gewerkt hebben. Hunne werken schatten onder 't bijzonder oogpunt van de graveerkunst. De gouden eermetalen als prijzen aangeboden, hebben eene waarde, voor de 1e en 2e vraag, van 800 fr.; voor de 3e en 4e, van 1000 fr. De antwoorden in 't Nederlandsch, Fransch of Latijn geschreven, moeten voor den 1n Juni 1872 aan den bestendigen secretaris toegestuurd worden.
Gent. - Verschenen het elfde deel van de Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, door Frans De Potter en Jan Broeckaert. Dit belangrijk werk, waarvan onlangs het 10e deel verscheen, is alleszins aanbevelenswaardig en getuigt van den onvermoeibaren ijver welke deze schrijvers aan den dag leggen. Aanhoudend moeten hunne navorschingen zijn, om op zulken korten tijd wederom een boekdeel van 310 bladzijden te kunnen in 't licht geven. Het geschiedkundig gedeelte is zoo uitvoerig behandeld als de geraadpleegde gemeentearchieven het toelieten. Vooral is dit op Zaffelare toepasselijk, welks beschijving niet min dan 121 bladzijden beslaat. Onder de geschiedkundige bijzonderheden bemerkt men vooral de knevelarijen die de vreedzame dorpsbewoners van de oorlogsbenden van verschillende natiën, vooral van de Franschen, die voor een paar eeuwen en later nog, hier te lande gelegerd waren, hadden te verduren. De gemeenten Mendonk en Winkel, zijn rijk aan godsdienstige overleveringen, die de schrijvers ons niet onthouden hebben, evenmin als de feiten nopens maatschappijen, rederijkkamers enz. Met het elfde deel zal de eerste reeks van het werk, de gemeenten van het arrondissement Gent, voltooid zijn, behalve de geschiedenis der steden Gent en Deinze, welke laatste later zal gegeven worden en die een afzonderlijk deel zal uitmaken.
In de tweede reeks zullen de dorpsgeschiedenissen afgewisseld worden door die van de stad Aalst, welke laatste vier zware boekdeelen zal uitmaken. Dergelijke werken verdienen eene plaats in elke bibliotheek en vooral in de openbare boekverzamelingen van steden en dorpen.
Brugge. - Men heeft te St-Andries, bij Brugge, eene voor de oudheidkunde belangrijke ontdekking gedaan. In den middenbeuk der oude Benediktijnerkerk heeft men eene grafstede ontdekt, wier binnenmuren bedekt zijn met nog goed bewaarde schilderingen. De grafstede is, volgens het opschrift, van het begin der 14e eeuw. Bij de opening van het graf heeft men het overschot van drie menschen gevonden. Men heeft eene teekening gemaakt naar de schilderingen voor het museum van Brugge.
Bergen. - De heer Gommaar Verhoeven, oud leerling der academie van Antwerpen, te dezer stede gevestigd, handhaaft, met de meeste onderscheiding, den zoowel verdienden roem der oude Vlaamsche schilderschool. Wij zijn in de gelegenheid geweest dezer dagen het werkhuis des schilders te bezoeken, en verrukt geweest tevens te bestatigen dat de drie er tentoongestelde schilderijen van wezenlijke vorderingen getuigen. Vooral het tafereel ‘bloemen en vruchten’ kenmerkt de eigenaardige toets des jeugdigen en reeds zeer verdienstvollen schilders. Krachtig koloriet, eene frissche teekening en bovenal de zoo natuurlijke samenstelling van het onderwerp versterken ons in de meening dat de heer Verhoeven niet achteruit zal blijven op de door hem reeds zoo eervol betreden kunstbaan en hij door aanhoudende studie nog meer luister aan zijn verworven kunstroem bijzetten zal. Een gezicht uit de omstreken van Bergen en eene welgelukte studie onderscheiden zich door dezelfde hierboven aangestipte hoedanigheden.
Namen. - Prijskamp voor het maken van een plan voor het herbouwen der kazernen. Er waren 11 mededingers. De ontwerpen der heeren Dutrieux, officier der genie, te Brussel, en Smets, bouwmeester, te Brussel, werden met gelijke verdiensten bekroond.