De timmermanskunst bij de Japanneezen.
De Japanneezen zijd zeer bekwame timmerlieden en schrijnwerkers. Alles wat uit huune handen komt is zeer netjes en draagt alle blijken van met zorg te zijn afgewerkt. Tot zelfs in de ruwste samenstellingen ziet men ze geen verband met spijkers, maar steeds door zwaluwstaarten vervaardigen, en is het voorwerp zoo glad, alsof het met fijn schuurpapier was bijgewerkt.
Zonderling genoeg, schijnen die bekwame timmerlieden, in tegenstelling van onze ambachtslieden, in plaats van ‘van zich af,’ in omgekeerde orde, of ‘naar zich toe,’ te werken. Onder andere, als zij schaven strekken zij de handen uit en halen het gereedschap naar de borst. Ook de zaagtanden hebben juist een omgekeerden stand, en snijden als men het gereedschap ophaalt.