De terugkomst van het veld.
sterkwaterplaat door a. numans.
't Is met een wezenlijk genoegen, dat wij de bovenstaande sterkwaterplaat onzen lezers aanbieden. Wij zijn verzekerd, dat vele monden haar met een blijden uitroep zullen begroeten, dat aller oogen met welgevallen op haar zullen rusten. Moeielijk zou men ook een frisscher en opwekkender tafereeltje dan zij te aanschouwen geeft, kunnen wenschen. Wij zien ons verplaatst in den rustigen, stillen buiten. Wij ademen de geurige veldlucht in en zoele windekens komen ons streelen en verkwikken. De oogstwerken houden alle handen bezig. De vruchten der milde aarde zijn in den gloed der koesterende zon gerijpt, en worden vlijtig geborgen in huis en schuur. Zie den wakkeren landbouwer, met zijne volgeladene kar, hoe flink hij gelijken tred tracht te houden met zijn moedig paard. Nogtans heeft hij vandaag reeds vele vrachten overgebracht, maar de velden zijn nog in verre na niet ledig. Eer het rustuur aanbreekt, zullen man en dier nog ettelijke keeren over en weer moeten. Zij schijnen het beide als te weten en doen dan ook even zeer hun best, om het werk maar vooruit te zetten.
Wij hebben vermeend dat bij deze keurige plaat het niet min keurige oogstlied van A.-C.-W. Staring uitmuntend passen zou. Wij ontleenen dit stukje, welk van het jaar 1815 of 1816 dagteekent, aan den bundel zijner verzamelde gedichten, onlangs verschenen te Zutphen, bij W.-J. Thieme en ce.
Het verkwikkelijk lied van den uitstekenden dichter zal het kunstgenot voor onze lezers zooveel te grooter maken. Hoor hoe Staring zingt:
Ruischend valt het graan.