De Vlaamsche School. Jaargang 16
(1870)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 76]
| |
Albrecht Beiling's laatst vaarwel.Ga naar voetnoot1
beiling.
Vaarwel, o vriendelijke woon,
Waar liefde en trouw, als speelgenooten,
Oprechte huwlijksmin ten loon,
Steeds ons geluk en vreugd vergrootten;
Het vroolijk licht, dat u bestraalt,
Zal geene blijdschap meer beschijnen;
Wat in u leeft zal dra verkwijnen,
Als Beiling's moed zal zijn betaald.
O God! hoe 't vreeslijk lot gemeld
Aan haar, het leven van mijn leven!
Hoe zal heur ziele zijn ontsteld
Bij 't hooren dat heur man moet sneven;
Dat 's vijands haat een grafkuil maakt,
Die Albrecht levend in zal zwelgen,
Heur gade, en vader heurer telgen....
God, help! het scheidensuur genaakt!
vrouw beiling.
Vreugde heerscht weer in ons midden,
Dierbare Albrecht! - Hoe verblijd
Uwe omhelzing mijne ziele! -
Keer nooit weder in de strijd.
Dat de Kabeljauwschen vechten,
Met de Hoekschen 't pleit beslechten
Over 't voorwerp van hun' nijd.
Zie uw zoontje dartlen, springen;
Hoor hem 't vroolijk liedje zingen,
Dat zijns vaders moed verkondt....
beiling.
Dat zijns vaders moed verkondt.
vrouw beiling.
Ach! waartoe dat handenwringen?
Lieve, gaan er treurge dingen
In u om op dezen stond?
beiling.
O Neen....
vrouw beiling.
Ach, ja!
beiling.
Mijn vrouw....
vrouw beiling.
Gena!
O Beiling, spreek; noem mij 't verdriet!
Versmoor het in uw' boezem niet.
beiling.
Vrouw, indien ik eens den vijand
Op mijne eer gezworen had,
Dat ik binnen weinig dagen
Weer zou keeren in zijn stad....
vrouw beiling.
God! wat last valt mij op 't harte!
Beiling! zie mijn zielesmarte,
Zie mijn toestand. - Ach, gij weet,
Hoe 'k reeds bij uw afzijn leed.
Vrees verscheurt mijne ingewanden...
Weldra slaakt natuur heur banden...
'k Voel alreeds de barensweên...
Beiling, 'k smeek u, ga niet heen.
beiling.
God heeft gehoord,
Hoe ik mijn woord
Van eer en trouw
Verpand heb, vrouw!
vrouw beiling.
God heeft gehoord,
Hoe gij uw woord
Van liefde en trouw
Schonkt aan uw vrouw.
(Vrouw Beiling bezwijmt.)
beiling.
't Teeder vrouwelijk gevoel
Raadt van mijn vertrek het doel.
Ach! hoe bleek, hoe koud, hoe klam
Is heur wezen; en hoe stram
Zijn heur leden
Vader! God! verhoor mijn beden:
Roep mijn vrouw in 't leven weer
En red mijne eer!
(Eenige oogenblikken stilte).
Dank, hemel, zij komt bij!
O vrouw,
Beschouw
Nog eenmaal mij!
Leef voor ons kroost!
Schenk mij dien troost...
En nu nog eenen kus gegeven...
Vaarwel! Vaarwel! tot in een beter leven!
vrouw beiling.
Vaarwel! Vaarwel! tot in een beter leven!
te zamen.
Vaarwel! Vaarwel! tot in een beter leven!
Vaarwel! Vaarwel!
Pieter Vierhout.
Brussel, Maart 1870. |
|