bestaan te vinden in zijne pennevruchten van eigene vinding en begon zich meer hoofdzakelijk op de beoefening der letterkunde toe te leggen.
Zijne eerste schetsen verschenen in het Londensch blad The morning Chronicle, onderteekend met den naam: Boz.
Hij vestigde zijnen roem met de korten tijd later, onder denzelfden naam verschenen Lotgevallen van Samuel Pickwick, uitgegeven door Chapman en Hall. Het boek was opgeluisterd met sterkwaterplaten van Seymour, den geestigen Engelschen teekenaar. Het was om de uitgevers in staat te stellen deze platen op de voordeeligste wijze te benuttigen, dat Dickens dit werk schreef, welk in Engeland een onbeschrijfelijken opgang maakte. Hij schroomde dan ook niet langer onder zijn echten naam voor het publiek op te treden.
Wij kunnen hier niet al de werken van den ongemeen vruchtbaren schrijver opnoemen. Wij bepalen ons bij het aanhalen van de meest uitstekende, die zijn Het leven van Olivier Twist, Nicolaas Nickleby (1838), De klok van Mr Humphrey (1840), Barnabij Rudge, Amerikaansche aanteekeningen (reisindrukken van den schrijver), Het krekeltje in den haard, De levensstrijd, Dombey en zoon (1847-48), David Copperfield, Het verlaten huis, Kleine Dora, Harde tijden, Groote verwachtingen.
Al de opgenoemde werken zijn overgezet in onze taal en in de talen van alle beschaafde natiën.
Sedert eenige jaren, gaf Dickens, onder den titel: All year round een der meest verspreide Engelsche tijdschriften uit. In den laatsten tijd had hij het bestuur er van overgedragen aan zijn oudsten zoon die denzelfden voornaam als zijn vader draagt.
Dickens' tweede zoon, Sidney, is luitenant ter zee op de Engelsche vloot; zijn derde, Alfred, doet in Amerika groote landontginningen; zijn jongste, Harry, studeert aan de hoogeschool van Oxford. Dickens' oudste dochter Mary, heeft nooit willen trouwen en woonde bij haren vader in; zijne tweede dochter, Kate, is de vrouw van den heer Charles Collins. Buiten de opgenoemde, zijn er nog twee kinderen.
De beroemde schrijver was niet gelukkig met zijne vrouw. Om een einde te stellen aan veeljarige huiselijke twisten en verregaande oneenigheden, hadden de echtgenooten het voornemen opgevat - en zij volvoerden het ook - in der minne van elkaar te scheiden. In der minne wil zeggen, zonder gerechtelijke tusschenkomst. Men kwam overeen, dat de oudste zoon bij zijne moeder inwonen zou. De andere kinderen bleven bij den vader. De zuster van mevrouw Dickens, Georgina Hogarth, nam haren intrek bij haren schoonbroeder en verzorgde, gezamenlijk met dezes oudste dochter, zijne kinderen en zijne huishouding. In eenen brief over zijne huiselijke aangelegenheden, twee jaar geleden opgenomen in de New-York Tribune, gewaagt Charles Dickens over Georgina Hogarth als eene inderdaad edele vrouw, die het beste gedeelte van hare jeugd en haar leven voor zijne kinderen ten beste gegeven heeft. In het onderhoud van mev. Dickens werd door haren man op den meest onbekrompen voet voorzien.
Dickens bewoonde te Gad's Hill, nabij Rochester, in het graafschap Kent, eene zeer schoone villa. Zijne werken hadden hem een vermogen van een paar millioen aangebracht. Hij stond dagelijks ten 5 ure 's morgens op en werkte tot 9, wanneer hij zijn ontbijt gebruikte; daarna zette hij zich weder aan den arbeid tot 's middags. Hij noenmaalde even over twaalven. 's Achtermiddags of 's avonds schreef hij niet.
De groote schrijver was een uitmuntend lezer. Vele zijner werken droeg hij op onnavolgbare wijze in het publiek voor. Hij vereenzelvigde zich in den vollen zin des woords met zijne boekmenschen. Bij zulke voorlezingen was de zaal waarin zij plaats hadden, gewoonlijk te klein, ofschoon de inkoomprijs volstrekt niet laag gesteld was. Hij begaf zich tweemaal naar Amerika, om er voorlezingen te houden. Eene reeks van 100 lezingen in Amerika gehouden, werd hem 250,000 fr. betaald door den uitgever Chapel, die, volgens men zegt, dan nog eene zeer aanzienlijke som van de inkoomgelden overhield. In 1868 onthaalden de Parijsche letterkundigen Charles Dickens op een groot feestmaal, ter gelegenheid van het bezoek welk hij aan de Fransche hoofdstad bracht.
Ofschoon op zeer weelderigen voet levende, was Dickens zeer genaakbaar en volstrekt niet trotsch of verwaand. Zijne dienstwilligheid en edelmoedigheid werden hoog geroemd. Hij was een groot liefhebber van bloemen, vogels en honden.
Sedert eenigen tijd was de gezondheid van den onvermoeibaren schrijver verzwakt. Zelfs had hij twee- of driemaal lichte aanvallen van beroerte gehad, zonder de geraaktheid doorgekomen was. Niets echter deed zijn naderend voorzien. 't Is Woensdag avond, 8 Juni, dat hij, in zijne woning, met verlamming werd getroffen. Donderdag avond gaf hij den geest, zonder een oogenblik zijne bezinning te hebben herwonnen.
Vooral in Engeland is de rouw over dit sterfgeval algemeen. Op Zondag 12 Juni, werd de dood van Dickens in de meeste Protestantsche kerken van Engeland herdacht. Hij werd van op den predikstoel geprezen als een man, die door zijne geschriften het christendom zeer bevorderlijk is geweest en die der menschheid groote weldaden heeft bewezen.
Bij laatste wilsbeschikking had Dickens het verlangen betuigd, op de eenvoudigste wijze begraven te worden. De teraardebestelling werd dan ook door niemand bijgewoond dan door de familie. Aangezien in het testament van den overledene niet opgegeven was, waar hij verlangde begraven te worden, hebben de bloedverwanten toegegeven aan den wensch van het Engelsche staatsbestuur, en het stoffelijk overschot van den betreurden schrijver in de Westminster abdij laten bijzetten. Zulks heeft plaats gehad op 14 Juni, ten half tien 's morgens. De lijkkist draagt het eenvoudige opschrift: ‘Charles Dickens, geboren 7 Februari 1812, overleden 9 Juni 1870.’ Nadat de vrouwelijke bloedverwanten het graf met bloemen hadden bedekt, keerde de lijkstoet huiswaarts. ‘Toen evenwel, zegt de Pall Mall Gazette, zich als een loopend vuur door Londen verspreidde, dat de begrafenis had plaats gehad, stroomde arm en rijk, duizenden bij duizenden naar de abdij, om zich te overtuigen, dat aan het lijk een graf was gegeven, der assche waardig. Er heerschte rondom die pas geslotene groeve