komst; maar mogelijk zoudt gij blozen van schaamte, wanneer gij denken zoudt dat de man uwer dochter vroeger in eenen baardscheerderswinkel diende?’
‘Gij vergeet, mijn waarde heer,’ zeî de heer Dares, ‘dat wij Amerikanen zijn, en dat bekwaamheid en rijkdom onzen adel uitmaken. De eerste dezer gaven bezit gij onbetwistbaar; maar zonder de tweede kunt gij Cora nimmer ten huwelijk krijgen; nu, ik zie weinig kans om u ooit een rijk man te zien worden.’
‘Wilt gij mij het laten beproeven?’
‘Het ware nutteloos, gij zult er toch niet in slagen.’
‘Ik zal - ik zal slagen!’ antwoordde de jongeling met nadruk. ‘Laat mij slechts hopen. Ik wil alles beproeven om de hand van Cora te winnen!’
En onder den invloed dezer ernstige liefde, vervolgde Ruben zijne bijna hopelooze baan. Hij had zijn woord verpand dat hij aan Cora over zijne liefde niet spreken zou, noch eenig middel inspannen om de hare te winnen - dit vorderde haren vader gestreng; maar de heer Dares van zijnen kant beloofde dat hij zijne dochter hare vrije handeling zou laten, en bij haar, gedurende de drie jaren afwezigheid, die hij Ruben van Drest oplegde, niet zou aandringen om eenigen echtgenoot te aanvaarden.
Ruben en Cora scheidden van elkander, als waren zij slechts gewone kennissen; maar was het wel waarschijnlijk, dat eene zoo diep ingewortelde liefde als degene, welke de jonge muzikant koesterde, door hem geheel verborgen, en door haar, die er het voorwerp van was, niet ontdekt was geworden? Zij scheidden echter zonder eenige bekentenis te doen; maar volgde Cora met haar hart den reiziger niet op, toen hij naar Europa overzeilde? - Verbeeldde zij zich zijne geliefkoosde trekken of herhaalde zij zich in het geheim zijnen vreemden naam, als ware er eene wereld van zoete herinneringen in opgesloten? - Gevoelde zij zich niet door eene geheime inspraak, door hem bemind, als hadde hij zelf haar dit honderdmalen herhaald?
Wanneer van Drest zich tot de reis voorbereidde, vond hij toevallig den lang vergeten aanbevelingsbrief terug, hem weleer door den vreemden toonkunstenaar gegeven. Het papier sprak hem van Parijs; en aangezien geheel Europa gelijk was voor hem, die toch met geene enkele levende ziel in geheel de oude wereld bekend was, was het ook naar Parijs, dat hij besloot zich te begeven. Hij kwam daar eindelijk aan en vond er zijnen onbekenden vriend, den goedhartigen en kunstrijken Zweed terug die, na den dood van Paganini, als de eerste vioolspeler van geheel de wereld erkend werd - namelijk Ole Bull.
De bijval van den jongen Amerikaan was thans verzekerd. De groote violist bezat te veel echt kunstvermogen, om voor eenen mededinger te vreezen, en lage afgunst kon hem niet weerhouden om het fortuin van van Drest met alle middelen, die in zijne macht waren, te begunstigen. Ruben doorreisde gansch Europa, zich van de eene hoofdstad naar de andere begevende, zelf overal vrienden makende, en, wat voor hem nog belangrijker was, zijne geldzaken verbeterende. Hij gunde zichzelven geene uitspanningen, vergenoegde zich met het noodwendigste des levens, en spaarde al wat hij won, voor het eenig groot doel, dat hij beoogde - de bezitting van fortuin om de hand van Cora te bekomen. Zeer zelden vernam hij iets van haar; hij vreesde slechts dat hare liefde eenen anderen zou geschonken worden; en somtijds steeg een gevoel van uiterste moedeloosheid, hem werkelijk met eene koude huivering naar het hart. Maar eene innige liefde, zooals de zijne, in een anders kalm en driftloos gemoed, bereikt eene kracht, onbekend aan hen die door alle voorbijgaande indrukken gestoord worden; en Rubens liefde - ‘Volmaakte zich door eigen kracht.’
Nog eer er drie jaren verloopen waren, zag hij zich in 't bezit van voldoende schatten, en hij keerde naar Amerika terug. Met een kloppend hart stond de jonge muzikant voor zijne beminde, verklaarde haar zijne liefde en vernam, dat hij met wederliefde bejegend werd. Het was hem zoet aan het hart, Cora te hooren zeggen, met al de rechtzinnigheid van haar trouw hart, dat zich niet beschaamd gevoelde iemand bemind te hebben, die hare liefde zoo overwaardig was, hoe zij met hare gedachten hem steeds gevolgd had, en over zijnen bijval gestreeld was geweest. Maar het menschelijk heil was steeds met bitterheid vermengd, en wanneer Cora tot de vervallene gedaante van haren geliefde opblikte, zijn mager en bleek gelaat, zijne groote glinsterende oogappelen waarnam, kwam eene verschrikkelijke vrees haar overmeesteren, en zij gevoelde dat de vreugde zelfs te duur betaald kon worden. Het was werkelijk zoo. Rubens krachtdadigheid had hem ondersteund tot dat de terugwerking der verwezenlijkte hoop intrad, maar dan was zijne gezondheid geknakt. Eene langdurige ziekte volgde. En toch voelde hij zich gelukkig: zijne verloofde stond aan zijne bedsponde; en in 't midden van al hare smart, voelde Cora zich dankbaar, dat hij huiswaarts gekeerd was, en dat het hare hand, hare stem was, die haren geliefde troostte, terwijl zij tevens God bad, dat hij voor haar leven mocht.
Ruben genas. De liefde worstelde met den dood en zegepraalde. Het volgende jaar, in het lieve tijdstip der Amerikaansche lente, leidde onze kunstenaar zijne beminde ten altare, en bracht haar vervolgens naar een aangenaam lusthof, waarvan hij zoo dikwijls gedroomd had, wanneer hij, bij zomeravond, op het dak van zijn huis te Nieuw-York zat, in het blauwe uitspansel keek en uit zijne ongekunstelde vedel zachte tonen voortbracht. En in Rubens genoeglijke woning was er geen hooger geschat herinneringsstuk dan diezelfde vedel, welke hem eerst geleerd had wat een moedig hart uitvoeren kan.
Lezer, het geheele leven van Ruben van Drest berust op dit kleine woord: ‘beproef!’ Twee oude spreekwoorden, - en er ligt veel ware wijsheid in de oude spreekwoorden opgesloten, - zeggen: ‘aan alle dingen is er een begin,’ en ‘niemand weet, wat hij verrichten kan, vooraleer het te beproeven.’ Welnu, geduldige lezer, houd dit in uw geheugen, en tracht gedurende uwen levensloop nooit de krachtdadigheid van u zelven of van anderen neder te vellen door deze hartelooze en gevaarlijke spreuk: ‘'t is nutteloos beproefd!’
Gent.
D.B.