De schapenhoedster;
Karel V die, in het klooster van St-Just teruggetrokken, zich met het horlogemaken, tot uitspanning bezig houdt; dit tafereeel werd in hout gesneden en verscheen in het Nederlandsch Magazijn, te Amsterdam;
Eene schoone bloemenmarkt, met figuren, uitgevoerd in 1865;
Een godsdienstig tafereel, in Sint-Andrieskerk, te Antwerpen, voorstellende: Christus de kleederen ontrukt;
Karel I, koning van Engeland, met zijne familie een bezoek afleggende in het werkhuis van Antoon van Dyck, te Londen;
De heilige Franciscus van Sales, berustende in de kapel van het H. Hart, in O.-L.-Vrouwekerk, te Antwerpen;
Antoon van Dyck, arbeidende aan het portret zijner verloofde, Maria Ruthven, gravin van Goerée;
P.-P. Rubens en zijne vrouw bij Daniël Seghers, den vermaarden bloemenschilder;
De hedendaagsche Suzanna;
Groote wildmarkt met veel volk;
Jan van Huysum, zijn bloementafereel overwegende; het is dit tafereel waarvan wij het genoegen hadden onze lezeren de plaat (op blz. 8) aan te bieden; het behoeft geene lofspraak; de eenvoud waarmede het behandeld is, getuigt voor des schilders ware verdienste; daarenboven munt het tafereel uit door die aangename en frissche kleur, den schilder zoo eigen, en waarvan het onmogelijk is in eene plaatsnede, van welken aard ook, een gedacht te geven.
Er blijft ons nog aan te teekenen:
P.-P. Rubens en Snijders, handelende over een tafereel dat zij samen moeten afwerken;
Maria van Oostenrijk, hare dienstmeid in het bloemenschilderen onderrichtende;
Levensgroot afbeeldsel van David Teniers II, in de zaal van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, te Antwerpen.
Het groot tafereel: Don Carlos, waarmede de heer P. Kremer, in de eerste jaren zijner schilders loopbaan, een grooten bijval verwierf en welk de eer te beurt viel gegraveerd te worden door den beroemden H. Brown, bevindt zich thans in Engeland.
De heer P. Kremer is sedert vele jaren lid der academiën van Antwerpen, Amsterdam en Gent, en van verschillende andere genootschappen; hij bekwam reeds in 1833 het eeremetaal eerste klasse met zijn tafereel Jan van Marnix, op de tentoonstelling van Brussel.
Eene meldenswaardige bijzonderheid over Kremer is, dat hij tot hiertoe verstoken bleef van de onderscheiding, het ridderkruis der Leopoldsorde te ontvangen. Hoevele schilders ook, waartusschen meer dan een Kremers verdienste niet evenaart, het ridderkruis van die orde ontvingen, de oude meester, wien dit opstel gewijd is, kreeg het niet; zijne collegas en de kunstliefhebbers in 't algemeen wenschen nogtans den schilder, sinds lang, die welverdiende onderscheiding toe en verwonderen zich, dat deze wensch nog niet verwezenlijkt is.
Wij rekenen het ons aan als een plicht, 's mans beeltenis in ons tijdschrift op te nemen. Wellicht zal men later, voor 't museum van hedendaagsche meesters, een zijner werken aankoopen en daarvoor drie- of zesmaal meer betalen dan men hadde moeten doen, als de aankoop tijdens het leven van den schilder ware geschied. Getuige de onlangs aangekochte tafereelen van Lies, Leys enz. Wij veroorloven ons aan het artikel te herinneren, dat wij over dit onderwerp hebben megedeeld, onder den titel: Museum van werken der hedendaagsche Antwerpsche school, en welk in 1864 in de Vlaamsche School opgenomen werd.