Kronijk.
Antwerpen. - Den 21n December 1869 heeft plaats gehad de opneming van den staat der dusgenaamde zaal van Leys, ten stadhuize. Er is gebleken dat er niets meer aan te doen overblijft dan de schilderingen tusschen de vensters (langs de Grootemarkt) en een portret aan de zuidzijde. De rijksafgevaardigden waren: de heeren Chalon, Balat, van Soest de Borckenfeldt en Rousseau. De stad Antwerpen was vertegenwoordigd door burgemeester en schepenen, bijgestaan door de heeren Jos. Bellemans, Nie. de Keyser, H. Schaefels en P. Génard. Van wege de familie waren afgevaardigd: de heeren Jul. Leys en V. Lagye.
- De muurschilderingen, door de heeren J. Swerts en G. Guffens te IJperen, in de schepenkamer uitgevoerd, zijn door den bekwamen teekenaar, Hubert Meyer, op steen gebracht en in druk gegeven. De eerste groote teekening stelt voor de blijde intree van Philips-den-Stoute en zijne vrouw (24 April 1384). De twee andere paneelen van den heer Swerts, hebben betrekking op het vrije onderwijs, dat in de 13e eeuw reeds te IJperen bestond, en de afkondiging der ordonnantie van het magistraat, betrekkelijk de vereeniging in handen van de regeering en de verplaatsing uit den geestelijken stand in den wereldlijken, van de liefdadigheid, in 1530 (Zie Vlaamsche School, 1868, blz. 80). Beide zijn zeer levendig gegroepeerd en vormen met het groote paneel, een voortreffelijk geheel. Door deze uitgaaf zullen de kunstvrienden hunne huizen met de drie teekeningen kunnen verrijken en alzoo een goed aandenken hebben van de prachtige IJpersche schepenkamer, alsmede van de Antwerpsche kunstenaars zelven.
- Verschenen, in de bibliotheek van oorspronkelijke tooneelstukken: Zonneschijn na regen, tooneelspel in één bedrijf, door Frans Van Bogchout Prijs: 75 c.
- De maatschappij Artibus patriae, gesticht voor het vervolledigen van het museum dezer stad, heeft twee leden gekozen, in vervanging van baron H. Leys en F.-H. Mertens, beide overleden. Met algemeene stemmen zijn de heeren H. Schaefels, kunstschilder en A. van Bellingen, kunstliefhebber, gekozen.
- Op Maandag 6 December, ten 8 ure 's avonds, had in het Verbond voor kunsten, letteren, enz. een groot concert plaats, gegeven met de medewerking van mej. Mathilde Schidlik, zangeres en den heer K. Herreyns, violonist.
- De heeren de Bock en van Wint hebben onlangs eenen nieuwen preekstoel vervaardigd, bestemd voor de kerk van Peer, in Limburg. De teekening en de uitvoering doen veel eer aan bovengemelde beeldhouwers welke zich op eene zeer verdienstelijkste wijze van hunne moeielijke taak hebben gekweten. De preekstoel is, als ontwerp, goed van opvatting, schoon van vorm en zal een wezenlijk sieraad in de kerk zijn, welke hare meubelen in hunnen oorspronkelijken stijl herstelt. Rond de kuip prijkt in het midden Christus en daarnevens de twaalf Apostelen, welke allen karaktervol, afwisselend en met kunstsmaak behandeld zijn.
Beide beeldhouwers hebben onlangs nog vervaardigd: de H. Norbertus zegepralende over Tanchelm en eene samenstelling O.-L.-Vrouw op 't staaksken voorstellende; beide werken zijn geplaatst in de O.-L.-Vrouwekerk, te Antwerpen, op de gestoelten ontworpen en uitgevoerd door wijlen Frans Durlet.
- Met einde Februari zal verschijnen: Meiloover, letterkundig jaarboekje voor 1870 (3en jaarg.). De inhoud van dit bundeltje belooft zeer belangrijk te zullen zijn. Behalve eene novelle getiteld: Drie Vriendinnen, door A.-J. Cosyn, zal het jaarboekje nog letterkundige bijdragen bevatten van verscheidene goede Vlaamsche schrijvers, onder andere de heeren dr Nolet de Brouwere, Em. Hiel, J. Brouwers, dr Hansen, Mevr. van Ackere, Mevr. David, Em. van Driessche, J. Dodd, van de Weghe, Muny en van Acker. Vreemd blijvende aan alle politieke twisten, zal Meiloover voor eenieder eene nuttige en aangename lezing opleveren, en niets aanraken dat van aard zou kunnen zijn om den godsdienst of de goede zeden te kwetsen. De prijs der inteekening is één frank. - Men schrijft in bij den verzamelaar, A.-J. Cosijn, hotel de Anker, te Antwerpen, en bij de voornaamste boekhandelaars.
- In de koninklijke academie van schoone kunsten, zal dit jaar de groote prijskamp van schilderkunst, gezegd van Rome, plaats hebben. Om te kunnen mededingen, moet men Belg van geboorte of genaturaliseerd en minder dan 30 jaar oud wezen. De laureaat zal, gedurende vier jaren, eene wedde van 3500 fr. genieten, om in den vreemde zijne studiën te kunnen voortzetten. Er zal een tweede prijs (eene gouden medalie ter waarde van 300 fr.) en eene eervolle melding kunnen toegestaan worden. Slechts zes mededingers worden tot den eindelijken prijskamp toegelaten, welke op 4 April 1870, des middags, zal beginnen.
- In de kruisbeuk der St-Jacobskerk, langs den kant der lange-Nieuwstraat, heeft men de volgende tafereelen geplaatst, in orde gebracht door den kundigen en talentvollen schilderijhersteller, den heer A. Verlinden: de Zaligmaker die de verkoopers uit