om tot roomsch-katholijken tempel te dienen. Het werd tot dat einde gebruikt, toen de omwenteling van 1791 uitbrak en het kerkgebouw ingenomen werd om te dienen als eeretempel voor groote en beroemde mannen. Het verkreeg toen den naam van Pantheon, wat letterlijk vertaald algodentempel wil zeggen. Men weet dat, onder deze benaming, in de oudheid een tempel bestond die aan al de goden gezamenlijk was gewijd.
In het Parijsche pantheon wilde men de asch der beroemde Franschmannen bewaren. Een toepasselijk opschrift werd op het gebouw geplaatst: het dankbaar vaderland aan zijne groote mannen, en de overblijfselen van Voltaire, Rousseau en Mirabeau in de kelders overgebracht. Het eerste keizerrijk, op dit punt de invoering der omwenteling nastrevende, verschafte aan de toenmalige, thans meestal der vergetelheid prijs gegevene senatoren, eene begraafplaats in het Pantheon. Bij den terugkeer der Bourbons in Frankrijk erlangde het gebouw zijne oorspronkelijke bestemming terug en werd weder de kerk van de H. Genoveva. In 1830 evenwel, na de Juliomwenteling, werd het achtjaar vroeger uitgewischte opschrift weder hersteld; het prijkt tot nog toe op het gebouw, ofschoon een decreet van 6 December 1851 den tempel andermaal ten gebruike van den godsdienst stelde.
Het grootsche, indrukwekkend gebouw gelijkt volstrekt aan geene kerk en heeft alles behalve een godsdienstig karakter. Onze plaat, die den tempel van binnen te zien geeft, zonder kerksieraden of gerieven, toont zulks duidelijk aan.
Hij heeft den vorm van een Grieksch kruis, met gelijke takken, is 112 meters lang en 82 meters breed. Op het middelgedeelte staat een 83 meters hooge koepel, beschilderd door Gros, in 1824. De schilderingen beslaan eene oppervlakte van niet minder dan 3256 vierkante voeten en stellen de heilige Genoveva voor, terwijl zij de hulde van Fransche vorsten ontvangt.
Deze koepel, welke van op zeer verren afstand zichtbaar is, daar de kerk op het hoogst gelegen punt van Parijs staat, mag genoemd worden een reusachtig meesterwerk van bouwkundige koenheid.