- Het door ons aangekondigd boekdeel Zandkorrels, van J. Staes, is verschenen en bevat, benevens vele onuitgegevene gedichten, eene keuze van 's dichters verspreide stukken, waarvan sommigen hem zeer dierbaar zijn moeten, zooals het gedicht op het afsterven zijns vaders, aan wiens nagedachtenis dit boek, als eene kinderlijke hulde, is gewijd. Men treft in dit keurig bij Buschmann gedrukt boek de volgende stukken aan: Papillotten, Immortellen, Liederen zonder muziek, Olla potrida; het is bij al de boekhandelaren verkrijgbaar.
Aan de liefhebbers der Nederlandsche dichtkunst bevelen wij dezen bundel ten sterkste aan; hij behelst tal van gemoedelijke zangen, uitmuntende liederen en stukken op onderwerpen uit de vaderlandsche geschiedenis. Men betreurt over het algemeen, des schrijvers voornemen, in het voorbericht vermeld: ‘dat deze bundel waarschijnlijk de laatste zal wezen’ die van hem verschijnen zal. Ook onzes dunkens zou de heer Staes ongelijk hebben de beoefening der dichtkunst te staken, en wij hopen dat hij niet daartoe besluiten zal.
- Bij J.-E. Buschmann, is verschenen: Souvenirs de 1819 à 1869. - Tribu de regrets à la mémoire de mon frère Jacques Jacobs, et hommage au très-révérend monsieur Pierre Bogaerts, curé de l'église de Saint-Augustin, à l'occasion du cinquantième anniversaire de notre amitié. Eene vijftigjarige ononderbrokene vriendschap, ziedaar de reden van het verschijnen van gemeld boekje dat verscheidene, onder menig oogpunt zeer belangrijke Latijnsche, Fransche en Nederduitsche stukken behelst. Ofschoon dit boekje niet in den handel is, hebben wij het nuttig gedacht het hier aan te teekenen, daar het uitgegeven is door eenen zoo nederigen als bekwamen schrijver, de heer A.-J. Jacobs, aan wien men de belangrijkste geschiedkundige verhandelingen over de nu gesloopte Berchemsche- en Kipdorppoorten van Antwerpen verschuldigd is.
Brussel. - De jury voor den prijs van den grooten muzikalen toonzettingwedstrijd, heeft op 22 Juli, ten 11 ure, uitspraak gedaan. Vier cantaten zijn uitgevoerd, waarvan drie op Vlaamsche en eene op Fransche woorden. Gent heeft in dezen prijskamp op nieuw eene schoone zegepraal behaald; den heer van den Eeden is met eenparigheid den eersten prijs toegewezen; de heeren Mathieu en Pardon hebben ex aequo den tweeden prijs behaald en de heer Demol heeft eene eervolle melding bekomen. De solos der cantaten werden gezongen door mevrouwen Hasselmans, Gobbaerts en Plisnier; de heeren Cornelis, Warnots, Duttelet, Blauwaart, Reupzaat en Vermaat.
Gent. - Uitslag van den prijskamp voor koorzang, uitgeschreven door het Willems-Fonds en het Willems-Genootschap:
Melodien. (38 mededingende stukken.) - 1e Prijs aan den heer Richard Hol, van Utrecht, met het stuk, dragende voor kenspreuk: Ernstig is het leven; 2e prijs aan den heer Ed. Blaes, van Gent, met het stuk, U minnen mogen, kenspreuk: Ich habe gelebt und geliebet; 3e prijs, met gelijke verdiensten, aan den heer Alexander Fernau, van Antwerpen, met de Nacht, kenspreuk: Somtijds droef, nimmer stroef; en aan den ongenoemden toonzetter van het Minnelied, kenspreuk: Het leven is een geheim. - 1e Eervolle vermelding, aan Ed. Blaes, van Gent, met het stuk Wandeling, kenspreuk: Auf Flügeln des Gesanges, Herzliebchen, trag'ich dich fort; 2e aan Marius-A. Brants, van Zutphen, met Moeder en kind, kenspreuk: Vro ende Vri; 3e aan A. Fernau, van Antwerpen, met het stuk Aan Mary in den Hemel, kenspreuk: Cordi est mihi.
Volksliederen (26 mededingende stukken.). - 1e prijs Richard Hol, voornoemd, met Vlaanderen, kenspreuk: Vlaanderen, de bakermat der vrijheid; 2e prijs, Frans van Herzeele, van Veurne, met de Pelgrim, kenspreuk: Kort en misschien.... goed???; 3e prijs niet toegewezen. - 1e Eervolle melding, aan het lied De jongeling aan de beek, kenspreuk: Al wat jong en braaf is, zingt; 2e aan Trinet de marketentster, kenspreuk: Trinet; 3e aan Volkslied, kenspreuk: 't Volk, het volk door gansch de wereld, min ik overal.
Rechters waren: de heeren G. Rolin-Jaequemyns, Des. van Reysschoots en Henry Warnots.
Vierstemmige mannenkoren. - 1e prijs, Gust. van Hoei, van Mechelen, met looft allen den Heer (148e Psalm); 2e prijs, Edward Blaes, te Gent, met Prudens van Duyse. - 1e Eervolle melding aan Poëzij en Melodij, kenspreuk: Wees niet verlegen; 2e aan Maartsch onweder, kenspreuk: Wees, lente, wellekom; 3e aan het Onweder, kenspreuk: De natuur is wonderbaar. Er waren eenige achtstemmige koren ingezonden, welke de jurij heeft vermeend buiten den prijskamp te moeten sluiten, en waaraan is toegekend, in verhouding hunner verdiensten: 1e eervolle melding aan de Zangen onzer voorouders, kenspreuk: Ne quid nimis; 2e aan eene Kerk, kenspreuk: 'k Beklaag ze diep die melk en suiker...
Rechters waren: de heeren Andries, Miry en Brondeel.
- In zitting van 19 Juli heeft het Willems-Genootschap besloten eenen zangkampstrijd in te richten, waarop de zangvereenigingen des lands en uit den vreemde worden uitgenoodigd. Deze kampstrijd is vastgesteld op Zondag 31 October en Maandag 1 November aanstaande. Gouden eermetalen en geldelijke toelagen zullen toegekend worden voor den koor- en solozang, mannen en vrouwen.
- De inhaling van den heer van den Eeden welke op 26 Juli plaats had is prachtig geweest; de straten langs welke de stoet trok, waren gevlagd, eene ondoordringbare volksmenigte verdrong zich op den weg. In den stoet waren een groot getal maatschappijen der stad, waaronder vele muziekvereenigingen. Van de standplaats waar de laureaat met H. Conscience en Em. Hiel door verschillende afgevaardigden werd ontvangen, begaf de stoet zich naar het stadhuis, waar de schepen Wagner, den heer van den Eeden, namens de stad Gent, in gemoedelijke en treffende woorden over zijne heerlijke zegepraal gelukwenschte, endaarna den eerewijn aanbood.
De schepen drukte zich in het Nederlandsch uit, en zoo sierlijk en met zoo veel gemak, dat geen letterkundige het wellicht beter zou gedaan hebben. Hij sprak, onder andere, van het vooroordeel, dat zoolang ten onzent geheerscht had, als zou de moedertaal ongeschikt zijn voor den zang.... ‘Dit