Albert Grisar.
De levensschets van Grisar is kort, en vervat zich in de opsomming zijner werken; bladz. 92 hebben wij de bijzonderste er van aangeteekend, met vermelding van de jaren en dagen waarop zij te Antwerpen of Parijs werden vertoond. Hij werd te Antwerpen geboren op 26 December 1808, en door zijne ouders opgeleid voor den handel. Hij reisde voor deze bestemming naar Liverpool en beoefende voorloopig de toonkunst als liefhebberij, toen eensklaps in 1830 de neiging voor de toonkunst, die voor den handel overmeesterde en hij naar Parijs vertrok, om bij den beroemden leeraar Reicha de muziekwetenschap aan te leeren.
Tijdens de Belgische omwenteling keerde hij in het ouderlijk
albert grisar.
huis terug, en begon zijne loopbaan met eene romance
la Folle, die hem grooten bijval verwierf in België, Duitschland en Frankrijk. Hij vertrok terug naar Parijs en keerde drie jaren later in zijn vaderland weder. Te Brussel deed hij zijn eerste werk,
le Mariage impossible, opvoeren; het staatsbestuur schonk hem eene tegemoetkoming van 1200 frank als aanmoediging.
Hij keerde terug naar Parijs, waar hij verschillende romancen uitgaf en opvolgend de volgende stukken liet uitvoeren: Sarah la folle; l'An mil; Lady Melvil; l'Eau merveilleuse; les Travestissements en l'Opéra de la cour.
In 1840 werd hij, door de commissie der feesten van Rubens, gelast met de samenstelling van een plechtig openingsstuk voor groot orkest. De uitvoering van dit gewrocht verwierf hem het ridderkruis der Leopoldsorde.
Grisar, gevoelende dat er voor hem nog veel te leeren was, vertrok hetzelfde jaar naar Italië en verbleef verscheidene jaren te Napels, waar hij werkzaam was onder het bestuur van Mercadante.
Deze kunstreis droeg goede vruchten. Toen hij, in 1848, te Parijs terugkeerde om zijnen Gilles ravisseur te doen uitvoeren, was hij in de volle ontwikkeling van zijn talent; zijne hand had eene buitengewone vastheid bekomen, de inbeelding was in haren vollen bloei. Het is sedert dien dat hij opvolgend zijne schoonste werken vervaardigde, zooals les Porcherons; Bonsoir, monsieur Pantalon; le Carillonneur de Bruges; les Amours du diable; le Chien du jardinier; le Voyage autour de ma chambre; le Joaillier de St-James; la Chatte merveilleuse; les Bégaiements d'amour en les douze Innocentes.
Hij overleed te Asnières, nabij Parijs, en laat de volgende niet opgevoerde werken achter:
Riquet à la houppe, opera-comique in vier bedrijven, woorden van den heer Sauvage, gevraagd door den heer Perrin, alsdan waarschijnlijk bestuurder van het Opera-comique.
Rigolo, opera-comique in één bedrijf, woorden van den heer Pellier.
L'Oncle Salomon, opera-comique in drie bedrijven, woorden van den heer de Najac.
Les Contes bleues, opera-comique woorden van de heeren Lockroy en Cogniard.
Afraya, ernstig opera in drie bedrijven, woorden van den heer de Najac.
Le Parapluie enchanté, opera-comique in drie bedrijven en negen tafereelen, woorden van de heeren de Najac en Charles Deulin.
A. Grisar heeft ook geleerd bij den befaamden Janssens, wiens portret wij op blz. 17, jaarg. 1859, hebben medegedeeld.
Hij was ook ridder van het Eerelegioen van Frankrijk.
De heer Edw. Gregoir zegt in zijne Galerie biographigue des artistes musiciens Belges: ‘De muziek van Grisar is krachtig, geestig en luimig van stijl; wat vooral zijn talent kenteekent is, dat hij door eenvoudige middelen eene groote uitwerking bekwam; zijne muziek is volkomen eigenaardig, zoowel wat betreft hare hoedanigheden als hare zwakheden.’
Over het karakter en de zedelijke hoedanigheden van den heer Albert Grisar wordt in lof uitgeweid door al degenen, die het voorrecht hebben genoten, den uitstekenden kunstenaar van nabij te kennen. Hij was een edelmoedig, rechtzinnig en liefderijk man. Zijn afsterven wordt door zijne vrienden zoo innig en diep betreurd, als door de waardeerders en vereerders van zijn schoon vernuft.
Sedert eenen reeds zeer geruimen tijd, had eene diepe zwaarmoedigheid zich meester gemaakt van Alb. Grisar. Het werken was hem niet langer een lust en eene behoefte; maar niemand voorzag een zoo spoedig einde als hem is komen treffen.
Onder voorzitterschap van ridder L. de Burbure, heeft de commissie voor het aanmoedigen der Antwerpsche toondichters, het voornemen opgevat, eene hulde aan de nagedachtenis van den Antwerpschen toondichter Albert Grisar te bewijzen, met een gedenkteeken in den Antwerpschen koninklijken schouwburg op te richten. Er gaat tot dat einde eene openbare inschrijving worden geopend. Het gedenkteeken zal of wel uit een standbeeld, of wel uit een borstbeeld bestaan.
Wij hopen dat de inschrijving geruimen bijval zal vinden.