Briefwisseling.
Leuven, 21 Junij 1869.
Aan den heer opsteller van het tijdschrift de Vlaamsche School, te Antwerpen.
Mijnheer,
Mijn collega en vriend de heer Pieter Génard, archivist uwer stad, heeft, in het laatste nummer van uw tijdschrift, een aan mij gerichten brief laten opnemen over de geboorteplaats van Quinten Metsijs. Dit schrijven vordert een antwoord van mij en 't zal dus ook niet achterblijven. Doch, luidens eene aanteekening, moet 's heeren Génard's opstel gevolgd wezen van ‘eene genealogische tafel der familie Metsijs en eene reeks bescheeden, welke met dit geslacht in verband staan.’
Ik zal dus de eer hebben UEd., op mijne beurt, een boteram in antwoord te zenden, na het verschijnen van gemelde oorkonden.
Gelief, mijnheer, deze regelen een plaatsje in het eerst moetende verschijnen nummer van uw tijdschrift te verleenen, en aanvaard de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
Ed. van Even.