Kronijk.
Antwerpen. - Van 13 tot 20 Juni waren in het museum der academiekers, Venusstraat, tentoongesteld, de eerste zending uit Rome van den heer Naert, primus van den grooten bouwkundigen prijskamp van 1866, teekeningen of studiën van gedeeltens van oude denkgebouwen te Rome en Pompeï; kopij eener schilderij van Murillo, uit de galerij Corsini, te Rome, door den heer Hennebicq, primus van 1865. De heer P. van der Ouderaa heeft insgelijks een tafereel afgezonden; het zal later tentoongesteld worden.
Mechelen. - De eerw. heer Roucourt, leeraar van dichtkunde in het kleine seminarie, houdt zich onledig met het opstellen eener beknopte spraakleer der Nederlandsche taal, ten gebruike der scholen van middelbaar onderwijs, en zal kortelings verschijnen.
Brussel. - De volgende heeren zijn benoemd door den Cercle Artistique en door de afdeeling van beeldende kunsten van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen van Antwerpen, voor den jurij van plaatsing en der belooningen in de aanstaande tentoonstelling van schoone kunsten: Schilders: Portaels, Verlat, Alfred Stevens, Robie en Delin. Beeldhouwers: Bourrée en Ducaju. Bouwmeester: Janssens. Graveur: Meunier.
- Bij koninklijk besluit van 15 Juni is het zangspel in één bedrijf: de Vergissing, door P. Billiet, muziek van J. Mertens, tot de staatspremie toegelaten.
Gent. - De heer de Vigne-Quyo heeft de laatste hand gelegd aan de vier beeldjes, die rond het bronzen standbeeld van Jacob van Artevelde, op onze Vrijdagmarkt, moeten staan. Deze beeldjes stellen voor Vlaanderen en zijne drie groote historische steden, Gent, Brugge en IJperen; zij zijn zittend en in eene eenvoudige natuurlijke houding voorgesteld. De beelden zijn in grijzen steen van Trier, zij zullen met de aanstaande kermis van Gent onthuld worden.
St-Nicolaas. - Zondag 13 Juni heeft de Vlaamsche Kring eene vertooning gegeven, die de benaming van een vlaamsch opera verdient. Het voorgedragen stuk was ontleend aan de gewijde geschiedenis en draagt voor titel: Joseph verkocht en herkend door zijne broeders, muzikale vertooning in twee akten, gedicht door Joseph Verniers, en muziek van van Ooteghem. Het libretto, welke in druk gegeven is, verraadt een echt dichterlijk gevoel en laat niet weinig van den jeugdigen letteroefenaar verwachten. De toonzetting doet niet min eer aan den toonsteller van Ooteghem. De uitvoering was zeer schoon, te meer daar dezelve uitsluitend door jeugdige werklieden gedaan werd. Het zangstuk werd gevolgd door een blijspel in drij bedrijven, dat ook goed werd gespeeld.
Deerlijk. - Ter eere van den West-Vlaanderschen fabeldichter P.-J. Renier zal dezen zomer een gedenkteeken opgericht worden, voorstellende eene levensgroote weenende maagd geleund tegen eene arduinen kolom, bekroond met het borstbeeld van den dichter. In de eene hand houdt de maagd eenen lauwerkrans, aan hare zijde ligt eene gebroken harp; het gedenkteeken is ongeveer 12 voet hoog en word gebeiteld, door Pickery, van Brugge, uit een enkel blok Duitschen witten steen.