De Belgische ijzeren wegen.
Op blz. 198 van den jaargang 1866, deelde de Vlaamsche School een geschiedkundig overzicht mede over de uitvinding der stoomkracht, in een algemeen opzicht beschouwd. Daarin wordt echter niet bijzonder over de Belgische spoorwegen gewaagd. Toen wij dit geschiedkundig overzicht opnamen, stelden wij ons voor, later een afzonderlijk en breedvoerig opstel aan de Belgische ijzeren wegen te wijden. Dit vinden onze lezers thans in deze aflevering. De hoogst wetenswaardige bijzonderheden welke men daarin aantreft, zijn aan de beste bronnen geput, namelijk aan de statistische opgaven, die de minister van openbare werken nu eenige maanden geleden aan de kamer van volksvertegenwoordigers heeft medegedeeld. Op het einde van het jaar 1867, hadden de ijzeren wegen, welke in België voor het verkeer open zijn, eene gezamenlijke lengte van 2,598,069 meters 9 cent. (520 mijlen van 5000 meters), te weten:
Rijksspoorwegen |
862,666.09 loopende meters. |
Societeitsspoorwegen |
1,735,403. - loopende meters. |
|
_____ |
|
Te zamen |
2,598,069.09 loopende meters. |
Een derde van de ijzeren wegen behoort dus aan het rijk en twee derden aan verschillende maatschappijen.
Sedert Januari 1868 zijn nog eenige nieuwe lijnen geopend, van Oostende naar Armentières, van Dixmude naar Nieuwpoort, van Audenaarde naar Kortrijk, van Rousselare naar IJperen, van Frameries naar Bonne-Espérance en van Blankenberghe naar Heist, welke niet in deze opgaven begrepen zijn.
Den 31n December 1866 was voor den aanleg en de voltooiing der rijksspoorwegen uitgegeven eene som van 247 millioen 429,874 fr. 96 cent.
Gedurende 1867 werd voor den aanleg van nieuwe lijnen door het staatsbestuur nog uitgegeven eene som van 8 millioen 462,217 fr. 64 cent.
De aanleg der rijksspoorwegen heeft dus aan het land, gemiddeld per kilometer, gekost 407,345 fr. 33 cent.
Met inbegrip van wat door het rijk werd betaald voor den aankoop der spoorbaan van Bergen naar Manage, hebben de rijksspoorwegen op 1 Januari 1868 aan de schatkist gekost 260 millioen 665,380 fr. 47 cent., ongerekend de gelden die bereids door de Kamers werden gestemd, maar nog ongebruikt zijn.
Op het einde van 1866 hadden de rijksspoorwegen eene zuivere winst van 46 millioen 80,156 fr. 11 cent. afgeworpen.
Door het betalen van eenige achterstallige uitgaven der vier vorige dienstjaren en ook doordien de opbrengst in 1866 105,304 fr. 53 cent. beneden de raming bleef, moet van het voormelde bedrag afgetrokken worden eene som van 256,692 fr. 21 cent., zoodat het winstbedrag moet verminderd worden tot 45 millioen 823,463 fr. 90 cent.
Het jaar 1867 liet eene winst van 4 millioen 590,570 fr. 81 cent., weshalve de zuivere winst, met de rijksspoorwegen tot op 31 December 1867 gedaan, beloopt 50 millioen 414,034 fr. 71 cent.
Hiervan blijven evenwel nog af te trekken de halfjaarlijksche interesten van 1 Februari en 1 Mei 1868, te zamen groot 1,141,796 fr. 94 cent., zoodat de eindelijke balans van 50 millioen 414,034 fr. 71 cent. teruggaat tot 49 millioen 272,237 fr. 77 cent.
Op 31 December 1867 waren bij de rijksspoorwegen 41 vaststaande stoomtuigen van 320 paardenkracht in gebruik.
Op het einde van 1866 liepen op de rijksspoorwegen 323 locomotieven; in 1867 werd dit getal met 61 vermeerderd en dus op 384 gebracht; 74 nieuwe locomotieven werden op de lijnen gesteld en 13 oude versletene locomotieven als dusdanig buiten dienst gesteld.
De 74 nieuwe locomotieven werden geleverd te weten: 22 door de maatschappij Cockerill, 18 door Creusot, 9 door de inrichting Couillet, 9 door Carlsruhe, 10 door Carels, van Gent, en 6 door de Belgische maatschappij voor het vervaardigen van materieel, dat is 47 Belgische en 27 buitenlandsche locomotieven.
De 384 locomotieven stelden 51,062.95 paardenkracht voor, dat is gemiddeld 140.79 paarden per locomotief. Op 31 December 1867 waren er 84 locomotieven die herstellingen ondergingen, dat is 21.87 0/0.
De locomotieven doorliepen in 1867 952,155 kilometers met reizigerssneltreinen, 4,031,334 klom. met gewone reizigerstreinen en 4,915,216 kilom. met goederentreinen, dus te zamen 9,898,705 kilometers, dat is 458,223 kilom. minder dan in 1866.
Op 31 December 1867 rolden op de rijksspoorbaan 1849 reizigerswagens, 9,344 goederenwagens en 563 dienstwagens.
In 1867 maakten 12 millioen 616,961 personen gebruik van den ijzeren weg, dat is 979,544 meer dan in 1866.
Deze reizigers verdeelen zich als volgt in 1866 en 1867:
|
1866 |
1867 |
Sneltreinen. } |
Eerste klasse-reizigers |
262,409 |
371,962 |
Sneltreinen. } |
Tweede klasse |
|
152,818 |
238,892 |
Sneltreinen. } |
Derde klasse |
|
154,911 |
350,036 |
Eerste klasse-reizigers |
|
505,216 |
561,111 |
Tweede klasse |
|
1,364,375 |
1,576,318 |
Derde klasse |
|
8,949,812 |
9,289,847 |
Niet gerangschikte reizigers |
247,876 |
228,795 |
|
_____ |
_____ |
|
Te zamen |
11,637,417 |
12,616,961 |
Het reizigersvervoer in 1867 bracht op 15 millioen 43,107 fr., dat is 1,707,720 fr. 81 cent. meer dan in 1866.
In 1867 werden 131 millioen 753,067 kil. koopwaren langs den ijzeren weg vervoerd, iets wat 2,872,267 fr. 85 cent. opbracht, dat is 16,427,082 kil. en 315,448 fr. 19 cent meer dan in 1866.