Hollandsche school. - Tafereel van Rembrandt.
de goede samaritaan. - teekening en houtsneê van verest.
Daar kwam een zekere mensch van Jerusalem naar Jericho, en hij viel in de handen van de moordenaars, die, hem uitgeschud en verscheidene wonden gegeven hebbende, weggingen, latende hem half dood liggen. Doch het gebeurde dat zekere priester denzelfden weg kwam gegaan, en hem gezien hebbende, ging hij voorbij. Zoo ook een leviet, als hij omtrent de plaats was en hem zag, ging ook voorbij. Maar een Samaritaan overweg gaande, kwam omtrent hem; en hem ziende, werd door meêdoogenheid bewogen. En bijkomende, verbond hij zijne wonden, gietende daar olie en wijn in, en leggende hem op zijn lastdragende beest, bracht hem in eene herberg en droeg zorg voor hem.
't Is deze schoone gelijkenis van Jezus (Luc. X. 30-37), welke Rembrandt tot ontwerp verkozen heeft van de voorstelling, waarnaar de bovenstaande plaat is vervaardigd: de beroofde en gekwetste man, gezeten op het lastdier zijns weldoeners, wordt afgezet aan de herberg.
De edele eenvoud van de samenstelling des grooten meesters valt reeds dadelijk den beschouwer in het oog en verleent