De Vlaamsche School. Jaargang 14
(1868)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijFranciscus-Andreas Durlet.
| |
[pagina 125]
| |
GESTOELTEN VAN ONZE-LIEVE-VROUWEKERK, TE ANTWERPEN.
sterkwaterplaat door franciscus-andreas durlet. - zie dê beschrijving blz. 77, 1867. | |
[pagina 126]
| |
voeren zooals het door den befaamden meester ontworpen is. Dit ware de schoonste hulde aan zijne nagedachtenis en de nuttigste versiering der kerk. Niet alleen in de statige en zuivere bouwkundige werken blonk 's meesters talent uit, maar de belangrijkste tot de minste sieraadvoorwerpen wist hij eenen eigenaardigen en echt godsdienstigen stempel te geven, die nog in langen tijd niet zal nabij gekomen, dat is verre van overtroffen te worden. Als dusdanig wijzen wij ook op de verschillende plaats gehad hebbende versieringen der kerk, te weten: bij gelegenheid der plechtige uitvaart van H.M. Ludovica-Maria, koningin der Belgen (1850); de versieringen in de maand Mei; het troongehemelte en de lantaarnen die men in de processie draagt; blijft dan nog het zoo eigenaardig en prachtig rust-altaar, in 1848 uitgevoerd en dat sedert dien elk jaar tweemaal de Meir versiert. Dit altaar werd verrijkt met drie tafereelen, door Gustaaf Wappers geschonken: de Zaligmaker, O.-L.-Vrouw en de H. Joseph. Wij hebben reeds vroeger gezegd, dat de heropbeurder der Vlaamsche schilderschool Durlet's meester in het schilderen was en later zijn boezemvriend werd. Wappers wist het talent naar waarde te schatten. Door het schenken der gezegde drie tafereelen wilde hij zijnen naam met dien zijns jeugdigen vriends, in dit werk, vereenigen. Verders melden wij nog bij de menigvuldige teekeningen van sieraad werken door Durlet voor de hoofdkerk vervaardigd, de schrijfdoos aan ridder de Burbure geschonken in 1857 (zie de Vlaemsche School 1858, bladz. 89), de keurige sieraadschildering die de tafereelen van den kruisweg omringen, enz. In het godsdienstige vak, werden nog in en voor Antwerpen de volgende werken naar zijne teekeningen en onder zijne kundige leiding uitgevoerd: in de St-Antoniuskerk, de omlijstingen der tafereelen boven de gestoelten, het voetstuk en de troon voor O.-L.-Vrouw, de staf der broederschap van O.-L.-Vrouw van Goed-Succes, gebeeldhouwd door Jos. Ducaju; in de St-Joriskerk de orgelkassen, predikstoel,Ga naar voetnoot1 altaartroon; de ontwerpen van het gedenkteeken van wijlen Bon de Caters, van de gestoelten, biechtstoelen enz.; van het altaar en lichtblakers in de kapel van het genootschap van den H. Vincentius-a-Paulo. Verders werden de kerken van Wellin en van Archennes, volgens zijne plannen gebouwd en van meubelen voorzien; die van Wanfercée-Baulet, bij Fleurus, van Vedrin, van de Onze-Lieve-Vrouwezusters, te Luik, van Gerpinnes, bij Charleroi, werden insgelijks geheel door hem van meubelen voorzien. Voor het gestoelte der kerk van Aalst, leverde Durlet ook de teekening. Verscheidene kerken in het bisdom Luik bevatten insgelijks werken, naar 's meesters teekeningen uitgevoerd. De hoofdkerk van Luik kan zich beroemen het meesterstuk van Durlet te bezitten; de gestoelten der hoofdkerk van Antwerpen vertoonen de kracht van Durlet's geniaal talent bij zijn ontluiken; de Luiksche hoofdkerk bezit in haar gestoelte de vrucht van des meesters door de ondervinding en de aanhoudende studie gerijpt vernuft. Dit werk bekroonde om zoo te zeggen zijne korte, doch schitterende loopbaan. Behalve de meesterlijke gestoelten der hoofdkerk van Luik, vervaardigde men er nog volgens zijne teekeningen de kerkportalen en den bisschoppelijken troon, glasramen enz.; maar hetgeen alles overtreft, is het ontwerp van het hoogaltaar voor de Luiksche hoofdkerk. Nooit zagen wij, in dit vak, eene grootschere en meer indrukwekkende kunstschepping. Dit altaar moest in koperverguld en de half verhevene beeldwerken in wit marmer, kristallen enz. uitgevoerd worden, terwijl de relikwiekas van den H. Lambertus, in goud zou vervaardigd worden. De bekostiging van het geheele werk werd door Durlet op een half millioen geschat. |
|