Aanteekeningen over Wijnendaal.
Wijnendaal was een groot en sterk slot van de graven van Vlaanderen, door graaf Robert, bijgenaamd de Fries, gesticht, die aldaar den 12n December 1093, overleed. Het was voorzien van dikke muren en zes hooge, ronde torens, waarvan drie het gebouw aan de buitenzijde versierden, en drie zich op het binnenplein verhieven. Van rondom werd het door diepe en breede grachten ingesloten, en was alleen toegankelijk door eene valbrug. Vóór hetzelve lagen bouwgronden; van achter grensde het aan een uitgestrekt bosch. In het werk van Sanderus, Flandria illustrata, vindt men eene nauwkeurige afbeelding van dit slot, met het onderschrift: Famosa Arx et Velusta Ditionis Winendalensis in Comitatus Flandriae.
Gwyde, 22e graaf van Vlaanderen, bracht een groot gedeelte van zijn leven op dit kasteel door. Zijn jongste zoon, uit zijn eerste huwelijk, Filips, kastelein van Wijnendaal, teekende op dit slot, in den jare 1284, een huwelijksverdrag met de jonkvrouwe Mathilda van Courtenay, gravin van Thiette en Lorette. De koning Eduard van Engeland, met Frankrijk in oorlog zijnde, zocht zich bij Vlaanderen aan te sluiten en het tot een verbond tegen Frankrijk over te halen, ‘zendende (volgens Despars Cronycke van Vlaanderen) den bisscop Heyndrick van Licol, metten grave van Garenne, in schoonder ambassade te Wijnendale waert, totten grave Guy van Vlaanderen ende van Namen, omme aldaer (up hope van noch meerder hulpe ende bystandicheit) een huwelick te slutene tusschen den prins Eduaert van Wales, zynen oudsten zuene (naermaels ghezeit van Kinchoorne) ende vrau Philippine, svoorzeits graven joncste ende liefste dochtere.’
Het slot Wijnendaal verkeert thans in een diep vervallen toestand; onderscheidene gedeelten zijn geheel verdwenen, van andere bestaan nog eenige overblijfselen. Het ligt in West-Vlaanderen, bij het dorp Wijnendaal, niet verre van Thourout.