Sterkwaterplaat van L.-M.-D. Robbe. - Zie blz. 106.
Het tijdschrift de Vlaemsche School deelde in 1862, blz. 157, eene sterkwaterplaat mede, een stierengevecht voorstellende, uitgevoerd door den kunstschilder Lodewijk-Maria-Dominicus Robbe, geboren te Kortrijk op 17 November 1807. Thans, dat wij nogmaals de gelegenheid hebben eene plaat van den meester mede te deelen, achten wij het niet ongeschikt hier eenige bijzonderheden nopens het leven en de loopbaan van dezen veelbegaafden kunstenaar te vermelden. Wij raadplegen voor deze levensbijzonderheden, het werk van Immerseel.
Van zijne jeugd aftoonde Robbe veel aanleg te hebben voor de teekenkunst en oefende hij zich aan de academie zijner geboortestad, waar hij, in 1820 en 1824, eerst naar het voorbeeld, en vervolgens naar het levend model bekroond werd; ofschoon eene onwederstaanbare neiging voor de beoefening der schilderkunst gevoelende, was hij echter, om aan het verlangen zijns vaders te voldoen, genoodzaakt eerst de lessen op de Latijnsche school, daarna de leergangen der hoogeschool te volgen, en alzoo werd hij, in 1830, te Gent tot doctor in de beide rechten bevorderd. Het was nogtans verre dat de afgetrokken studie van het recht, het warme gevoel voor de kunst, dat in hem blaakte, zou hebben uitgedoofd. Nauwelijks had hij een oogenblikje dat hij van zijne studiën kon afsnipperen, of hij zat met het penseel in de hand, terwijl de tijd zijner vacantiën geheel en uitsluitend aan de kunst was gewijd. De natuur strekte hem tot leiddraad, terwijl zijn stadgenoot, de schilder J.-B. de Jonghe, hem slechts nu en dan met zijnen raad ter hulpe kwam. De groote vorderingen, die de heer Robbe op korten tijd maakte, stelden hem in staat, reeds in 1837, te Brugge een zijner werken ten toon te stellen, waarvoor men hem een gouden eermetaal toekende; deze schilderij versiert thans het museum van Kortrijk. In 1838 zond hij op de tentoonstelling te Gent een tafereel dat aangekocht werd door den heer Buyse, van Kortrijk. In 1839 beschouwde men hem met zijn tafereel op de tentoonstelling van 's-Gravenhage als een ernstig mededinger van den toen reeds beroemden Backhuysen. Hetzelfde jaar, verscheen hij met glans op de tentoonstelling te Brussel, waar hij, met zijne Weide met vee, het zilveren eermetaal ontving; loftuitingen ontbraken den moedigen kunstenaar niet, en zijn tafereel werd aangekocht door den graaf Lehon, van Parijs. Een ander stuk bevindt zich in de verzameling van den heer Reiss, te Franckfort, terwijl het Belgische staatsbestuur hem eene schilderij
bestelde, welke op de tentoonstelling te Brussel in 1842 met het gouden eermetaal bekroond werd. Ook de hertog van Aremberg is in bezit van een zijner voortbrengselen en de heer Th. Smekens, te Antwerpen, bezit verscheidene stukken van Robbe. Het is ons onmogelijk al de gekende werken van den heer Robbe hier te vermelden. Zeggen wij nog, dat hij zich ook zeer verdienstelijk deed kennen door het vervaardigen van sterkwaterplaten. Robbe's platen worden door de liefhebbers zeer gezocht. Te dezer gelegenheid wenschen wij te vragen, wanneer onze hedendaagsche schilders toch eens zullen toonen te begrijpen, hoe nuttig en belangrijk, ook voor hunne faam, het vervaardigen van sterkwaterplaten is? De heer Robbe kan menigen hunner hierin tot voorbeeld strekken.
Sedert 1840 te Brussel gevestigd, waar hij het ambt van advocaat aan het ministerie van financiën waarnam, wijdde hij den tijd, die zijne bestuurlijke bezigheden hem overlieten, aan het schilderen en de toonkunst, welk laatste vak hij, even als het schilderen en het vervaardigen van sterkwaterplaten, met het beste gevolg beoefende. Sedert eenige jaren verkeerde de talentvolle kunstenaar in eenen ziekelijken toestand. Thans hebben wij vernomen dat hij volkomen hersteld is, hetgeen wij dan ook met groot genoegen hier aanstippen.
De plaat op voorgaande blz., kenmerkt zich door vele van de goede hoedanigheden des meesters, wiens eigenaardig en ernstig talent zich bij den eersten aanblik op het geheel der samenstelling laat onderkennen. Wij twijfelen dan ook niet of zij zal al onzen lezers eene welkome bijdrage zijn.