De Vlaamsche School. Jaargang 14

Kronijk.

Antwerpen. - Uitslag van den prijskamp voor een bekronenswaardig plan van een gerechtshof, in de stad Antwerpen te bouwen en waarvan de bouwkosten niet meer dan 950,000 fr. mochten bedragen. Er waren ingezonden 26 plans; een bleef buiten aanmerking, omdat het te laat ingezonden was. De uitgeloofde prijs is niet kunnen toegekend worden, uit hoofde geen van de best gekeurde ontwerpen voor 950,000 fr. uitvoerbaar werd geoordeeld; maar de jury stelt voor, den inzenders der vier volgende plans, welke daarenboven hun blijven toebehooren, de volgende belooningen te vergunnen: 2500 fr. aan n^r 22 (kenspreuk: Die Zeit is kurz die Kunst is lang); 1500 fr. aan n^r 25 (kenspr.: Justitia regnorum fondamentum); 1200 fr. aan n^r 20 (kenspr.: 950,000 fr. enz.); 1000 fr. aan n^r 15 (kenspr.: Suum cuique). Rechters van den wedstrijd waren: de Rongé, raadsheer in het hof van verbreking, voorzitter; Smekens, rechter van onderzoek, te Antwerpen, secretaris; Balat, bouwmeester, te Brussel; Casterman, kolonel der genie; Pauli, bouwmeester te Gent; P.-P. Stoop, bouwmeester, te Antwerpen; Umé, bouwmeester, te Luik.

Brussel. - De heer Gachard heeft, volgens wordt gemeld, belangrijke stukken ontdekt in de archieven van Napels, Rome en Venetië, door hem bezocht op last der Belgische staats-

[p. 104]

regeering. Te Napels vond hij de papieren, die Margaretha van Oostenrijk, hertogin van Parma, in 1567 en 1583 uit de Nederlanden had medegenomen, en de papieren welke de officieren van Alexander Farnese, na dezes overlijden te Utrecht (Dec. 1592), naar Parma opstuurden, als behoorende tot de nalatenschap van dezen prins. De heer Gachard heeft ook geheele of gedeeltelijke afschriften genomen van een aantal eigenhandige brieven van keizer Karel, Philips II, don Juan van Oostenrijk, kardinaal Granvelle, enz. De archieven van het Vatikaan, de talrijke bibliotheken van Rome, vooral die van de prinsen Barberini, Chigi, Corsini, hebben den heer Gachard ruime stof voor zijne navorschingen opgeleverd. Te Venetië heeft hij kostbare stukken gevonden over het aandeel door Rubens in 1628, 1629 en 1630 genomen aan de diplomatische onderhandelingen, tot herstel van den vrede tusschen Spanje en Engeland.

- Verschenen bij P.-J. van Doren: Des courants de marée dans l'Escaut, door A. Stessels, luitenant ter zee van 1^e klasse.

- Programma van den kampstrijd voor 1870, uitgeschreven door de klasse der letteren van de Belgische academie:

1^e Vraag. - De oorzaken opzoeken, welke gedurende de XII^e en XIII^e eeuwen de stichting der Belgische volksplantingen in Hongarië en Zevenbergen veroorzaakten, de inrichting dezer volksplantingen aanduiden, alsmede den invloed dien zij uitgeoefend hebben op de politieke en burgerlijke instellingen, alsook op de zeden en gebruiken der landen waar zij zich gevestigd hebben.

2^e Vraag. - Geschiedenis van de staatkundige en bestuurlijke betrekkingen, welke tusschen België en het graafschap Burgonje bestaan hebben, tot aan de verovering van dit land door Frankrijk.

3^e Vraag. - Schets van het leven en de regeering van Septimus Severus.

4^e Vraag. - Geschiedenis van het jachtrecht en de wetgeving op de jacht in België en in het land van Luik. Bij deze geschiedenis te voegen eenige grondbegrippen over ditzelfde onderwerp, wat betreft Frankrijk, Engeland, Duitschland en Holland.

5^e Vraag. - De verschillende kiesstelsels aanduiden, die opvolgenlijk bij de oude en hedendaagsche volkeren zijn ingevoerd. Tenzelfden tijde doen uitschijnen in welken geest deze stelsels zijn opgevat en derzelver uitkomsten waardeeren voor de burgerlijke en staatkundige vrijheid, de orde en het volkswelzijn.

Prijzen: voor de 1^e, 2^e, 3^e en 4^e vragen, 600 fr.; voor de 5^e vraag 1000 fr. De verhandelingen mogen in het Nederlandsch of in het Fransch geschreven worden.

Bergen. - Onze 3jarige tentoonstelling werd geopend den 7ⁿ Juni. Het kapitaalste daarin voorkomende stuk is de schilderij van Lodew. Paternostre, voorstellende Ambiorix, die het te Bergen gelegerd Romeinsche legioen aantast. Deze schilderij is bestemd voor het stadhuis. Verders worden met eere vermeld Lamorinière's landschappen en de genrestukken van de Braekeleer, Dauriac en de Bruycker.

Buitenland.

's-Gravenhage. - De vergaderingen van het 10^e Nederlandsch taal- en letterkundig congres, zullen op 31 Augustus, 1 en 2 September, in het lokaal der teeken-academie worden gehouden. Den 31ⁿ Augustus zal aan de leden van het congres, in het schouwburglokaal, een muziekfeest worden aangeboden. De koninklijke Korenmaatschappij van Gent, zal zich hier heen begeven, om het oratorio Lucifer, van Benoit, en de cantate Artevelde, van Gevaert, uit te voeren.

Leiden. - Den 18ⁿ Juni hield de maatschappij der Nederlandsche letterkunde hare eerste vergadering na de viering van haar eeuwfeest.

Rotterdam. - Het museum Boeynaems, dat omtrent vier jaren geleden afbrandde, is geheel herbouwd en weder geopend. De zalen zijn zeer verbeterd en mist de verzameling ook een aantal stukken die de prooi der vlammen werden, wij kunnen met genoegen melden dat zij ook vele, waaronder zeer belangrijke aanwinsten heeft gedaan. Eene van de zalen des museums is voor de nieuwere kunst bestemd. Ary Scheffer neemt er de hoofdplaats in.

Londen. - Op de tentoonstelling der kunstacademie bevindt zich een borstbeeld van prins Albert, vervaardigd door prinses Louiza, de vierde dochter van koningin Victoria. De jeugdige prinses schijnt eene verdienstelijke beeldhouwster te zijn.

Rusland. - Noordelijk Siberië en het eiland Liakow zijn grootendeels maar eene opeenhooping van zand, ijs en olifantstanden. Bij tempeesten worden door de zee dikwijls overblijfsels van geraamten van mammouths op het strand geworpen. Des zomers wordt het eiland Liakow regelmatig door een aantal visschersbooten bezocht en des winters door karavanen, die gebruik maken van door honden getrokkene sleden. Men vindt er mammouthstanden, die elk van 75 tot 100 kilos wegen. Het uit den grond gedolven ivoor wordt naar China en Europa gevoerd, waar het even zooveel aftrek vindt als het ivoor dat de olifant en het nijlpaard van Azië en Afrika opleveren. Het beendereneiland heeft zeven ivoormijnen, wier schat niet zichtbaar vermindert, al wordt er ook sedert 500 jaren voor den uitvoer naar China en sedert eene eeuw voor den uitvoer naar Europa aan geput. Ofschoon het opgedolven ivoor sedert de laatste omwenteling des aardbodems in den grond steekt (en wie kan weten hoeveel honderd duizend jaren intusschen verloopen zijn?) toch is het gaaf en volkomen bewaard gebleven; slechts is het eenigszins groen van kleur. Daarom wordt het groen ivoor genoemd. Het bovenstaande strekt ten bewijze van de groote menigte olifanten die op het oude vasteland leefden, in den voorhistorischen tijd. De oude olifant (mammouth) heeft eene groote overeenkomst met den hedendaagschen Indischen olifant, wat de gestalte betreft; maar de tandkassen waren veel langer, de snuit dikker en in den nek had de mammouth eene soort van maan.