De Vlaamsche School. Jaargang 14(1868)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op het graf mijns vaders. Aan mijne broeders en zusters. Geheel zijn leven was een zacht en zalig strijden, Tot op den jongsten dag, veur ons, zijn dierbaar kroost; En gaf hem 't aardsche lot der zorgen vreugd en lijden, Hij dankte en loofde God, die bron van hoop en troost. Thans rust zijn stof bij 't stof der onvergeetbre moeder. Een stille bede, een traan - vraagt ons hun beider graf: Maar beider zielen zijn vereend bij d'Albehoeder, En smaken 't loon der deugd dat nimmer de aard' hun gaf. Een stille bede, een traan - en zalig blijv' 't herdenken Ons - Broeders, Zusters - bij; zij minden ons zoo teer. Ginds blikken zij op ons; 't is derwaart dat ze ons wenken! Ja, scheidt ons thans de dood, toch eens zien wij hen weêr. Victorien vande Weghe. Haaltert, 15 Mei 1868. Vorige Volgende