aan de werking van hoog water, ebbe en vloed, maar ook aan eene dreigende verzanding. Op zulke plaats was het leggen der grondvesten met menigvuldige en eigenaardige zwarigheden verbonden, die men echter goed heeft weten te boven te komen.
De brug heeft eene lengte van 734 1/2 voet, en verbindt den Oldenburgschen ijzeren weg met eene van de Breemsche standplaatsen. Ontzettend zwaar is het gewicht van ijzer welk rust op de steenen pijlers, die in het water zijn opgetrokken. Ieder der groote vaste bogen weegt 527,265 pond, en de draaibrug (bestemd om ook de grootste schepen door te laten) heeft een gewicht van 440,738 pond. De kleine boog weegt 141,105 pond, terwijl het geheel eene zwaarte heeft van 2,133,638 pond, zegge twee millioen honderd drie-en-dertig zeshonderd acht-en-dertig pond!
De pilaren en de metselwerken aan de oevers bestaan uit zandsteen van de Porta-Westphalica, bij Minden, en zijn gevoederd met baksteenen. De massa zandsteen voor de gezamenlijke vijf schoorpijlers bedraagt 43,410 kubieke voeten; de massa bouwsteen 920,000 kubieke voeten, en de kosten der geheele brug hebben ongeveer 450,000 thalers beloopen.