Over de waterweegkunde.
De waterweegkunde heeft voor doel de wetten van het evenwicht der vloeibare lichamen te bepalen, mitsgaders die der drukking welke de gedeelten dezer lichamen op elkander en op de wanden der vaten waarin ze bevat zijn, uitoefenen. Om deze wetten wel te begrijpen, behoeft men in aanmerking te nemen, dat vloeibare lichamen, even als alle andere, aan de zwaartekracht onderworpen zijn, en dat derzelver gedeelten bij de minste beweging op elkander rollen. Het is aan onzen beroemden landgenoot, Simon Stevyn, dat men de kennis der bijzonderste wetten van de waterweegkunde verschuldigd is.
Gelijkheid van drukking. - Wanneer een vloeibaar lichaam aan eene drukking onderworpen is, dan wordt deze drukking langs alle kanten op al de deelen van dit lichaam overgebracht. A B C D is een vat dat een vloeibaar lichaam
inhoudt, hetwelk wij voor het oogenblik zullen veronderstellen aan de zwaartekracht niet onderworpen te zijn. Z is een zuiger die de gansche vlakte van het vocht overdekt. Indien de zuiger nu ook zonder zwaarte verondersteld wordt, dan spreekt het van zelf dat het vocht aan geene drukking onderworpen is; doch zoohaast men op den zuiger een gewicht plaatst, neigt deze aanstonds tot dalen, en de laag,
ll van het vocht zal de drukking van deszelfs gewicht volkomen ondergaan. Deze laag zou dus noodzakelijk moeten vallen, indien ze niet ondersteund werd door de laag die onmiddellijk onder haar is; deze laatste door de volgende, en zoo voorts, zoodat de drukking tot op den bodem toe wordt overgebracht. Deze drukking heeft ook plaats op de wanden van het vat en op den zuiger zelfs, want indien men ze doorboort, dan spuit het vocht terstond langs de gemaakte opening uit het vat. Dit alles bewijst dat de drukking langs alle kanten overgebracht wordt aan al de deelen van het vocht en op alle punten van het vat waarin het besloten is. Dat deze drukking niets van hare kracht verliest, dat zij overal gelijk is, en diensvolgens in evenredigheid met de uitgestrektheid der gedrukte vlakte, valt ligt om begrijpen. Bij voorbeeld, indien de zuiger eene vlakte beslaat van 10 duim vierkant, en eene drukkingskracht van 10 kilogrammen, dan zal eene
gelijke vlakte van den bodem eene
gelijke drukking ondergaan, de helft dezer vlakte de helft der drukking, een tiende gedeelte der vlakte een tiende gedeelte der drukking, enz. Het is op dit grondstelsel dat de
waterpers gevestigd is. Men zal zich een voldoende denkbeeld kunnen vormen van deze pers door het nevenstaande
afbeeldsel. A is een zuiger, wiens vlakte gelijk is aan 1; en die op het ingeslotene water met eene kracht van 100 kilogrammen drukt; B is een andere zuiger, wiens vlakte gelijk is aan 10; en diensvolgens ondergaat deze laatste zuiger eene drukking gelijk aan 10 maal 100 kilogrammen, zoodat een lichaam, hetwelk zich tusschen de buitenvlakte van den zuiger B in eenen vasten wederstand zou bevinden, deze gansche drukking van 1000 kilogrammen zou ondergaan. Men gebruikt meermaals de waterpers in verschillige nijverheidstakken.
Dr F.-J. Matthyssens.
Een barsch woord en een onvriendelijke blik treffen den zachtzinnige sterker, dan een zwaard den gevoellooze.