- De heer Breuer-Schott, beeldhouwer, heeft ter verheerlijking van gesneuvelde Belgische en Nederlandsche pauselijke zouaven, een gedenkstuk vervaardigd, waarvan wij hier eene beknopte beschrijving geven: Christus, met de rechterhand opgeheven en een wereldbol met kruis in de linkerhand houdende, staat op eenen voetzuil; lager, aan de rechterzijde, Petrus, met zijn kruis en de haan der verloochening, en links, Paulus, met zijn zwaard. Op de beide zijstukken leest men de namen der gesneuvelde Belgische en Hollandsche zouaven, alsmede eenige toepasselijke teksten uit de bijbel en op het voetstuk: ‘Alles valt, alleen de kerk blijft bestaan.’ De heeren Stalins en Janssens hebben van het gedenkstuk eene nette lichtteekening vervaardigd.
- In het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, waren dezer dagen een aantal schilderijen tentoongesteld, waaronder verscheidene hoogst verdienstelijke. Wij laten hier de lijst dezer stukken volgen: De terugkeer (Portielje); Een gelukkige droom (id.); Op de gezondheid (D. Col); Afbeelding van H.S. (C. Cap); Het geheim (id.); Eene wandeling in het park (E.J. Boks); Gezicht uit Hastières (J.E. Wolters); Gezicht uit Moyland (J. van Luppen); Gezicht uit Calcar (id.); Vlaamsche wachthond (Ch. Verlat); Maanlicht (A. Wust); Gezichten uit Noorwegen, Tyrol en Amerika (waterverfschilderingen van A. Wust); Gezicht op de heide te Calmpthout (Montgomery); Landschap (id.); Het park Schwarzenberg (Ch. Raffel); Gezicht uit den omtrek van Dinant (A. Riancho); Morgen en avond (J.E. Wolters). De heer J. de Braekeleer stelde bij dezelfde gelegenheid een marmeren borstbeeld ten toon.
De drie eerstgenoemde schilderijen behooren aan den heer d'Huyvetter; de twee landschappen van den heer van Luppen werden aangekocht door den gekenden kunstliefhebber, den heer majoor Muscar.
- Verschenen in de drukkerij van J.-E. Buschmann: Traité de médecine pratique de maître Jehan Yperman, médecin belge (XIIIe-XIVe siècle), publié pour la première fois d'après la copie flamande de la bibliothèque royale de Bruxelles, par C. Broeckx. Een boekdeel, op zwaar papier, van 150 bladzijden.
Brussel. - Bij koninklijk besluit van 17 Maart wordt bepaald, dat van 15 October tot 15 November 1868 te Brussel zullen tentoongesteld worden de prijsstukken der leerlingen van al de academiën en teekenscholen des lands, welke van rijkswege worden ondersteund. Leerlingen van vrije teekenscholen zullen mede tot tentoonstelling worden aangenomen. Op deze tentoonstelling zal ook eene plaats worden ingeruimd aan de modellen, werktuigen en alle andere voorwerpen die gebruikt of kunnen gebruikt worden bij het onderwijs der beschrijvende en beeldende kunsten, in alle graden. Belooningen zullen kunnen verleend worden aan: a. de verdienstelijkste tentoonstellende leerlingen; b. de gestichten die van de beste uitkomsten zullen hebben laten blijken; c. de fabrikanten en uitgevers die de volledigste en beste verzameling van modellen of andere leerstukken zullen hebben ingezonden; d. de opstellers van leerwijzen of vervaardigers van modellen. Gedurende de tentoonstelling, zal er te Brussel een congres worden ingericht, waarop zullen worden uitgenoodigd de bestuurders, leeraars en regenten der voormelde gestichten.
- In den prijskamp van gewijde muziek, geopend door het huis Schott en de leden van het bureel van het congres voor godsdienstige muziek in België, onder bescherming van het Staatsbestuur, zijn 83 partituren voor eene mis toegezonden (internationale wedstrijd), uit België, Frankrijk, Italië, Spanje, Engeland, Duitschland en Amerika. Voor den wedstrijd geopend tusschen de Belgische componisten, zijn 18 partituren ingezonden. Eene liturgische commissie is benoemd om te oordeelen of de werken voor de katholieke kerken geschikt zijn; na dit voorloopig onderzoek zal eene muzikale jury geroepen worden om de prijzen toe te wijzen.
Leuven. - De hoogeschool heeft voor hare dierkundige verzameling een volledig geraamte van eenen grooten walvisch der IJszee aangekocht. Dit reusachtig dier is zoo zeldzaam, dat er slechts vijf volledige geraamten in de verschillende museums der wereld bestonden, te weten: een te Antwerpen, een te Londen en twee te Kopenhagen. Hetgeen te Leuven is aangekomen brengt het getal op zes, en 't is wel het grootste van allen. Daar ten andere die soort van walvisch, de reus van het dierenrijk is, mag men wel zeggen dat Leuven thans het grootste aller bekende dieren bezit. Wanneer de beenderen zullen aangebracht worden, zal het geraamte bijna de geheele lengte der opene plaats van het koninklijk Collegie beslaan. Het dier wien dit geraamte toebehoorde, is onlangs, nabij de kusten van Groenland door Deensche schippers gevangen en naar Kopenhagen gebracht, alwaar de beenderen voor rekening der Leuvensche hoogeschool gekocht werden.
Gent. - Door den leeraar Serrure werd dezer dagen de hand gelegd op een bundeltje Latijnsche afschriften van gebeden, welke keizer Karel gewoon was te storten en, die, ten jare 1650, verzameld werden door Hieronymus Albertus van Megrode, kapelaan van Leopold-Willem, gouverneur-generaal der Oostenrijksche-Nederlanden. Het bundeltje begint met eene aanroeping der godheid. Dan volgen een gebed tot Karel-den-Groote en een ander hetwelk aan dezen laatste door Paus Leo gezonden werd. Vervolgens een berijmde Latijnsche gezondheidsalmanak of Vade mecum. Vermoedelijk werd dezelve door den keizer geraadpleegd, om te weten wanneer men hem moest aderlaten, wanneer hij eenen aanval van de jicht te vreezen, gebruik van baden te maken had, enz. Deze gezondheidsregelen zijn waarschijnlijk nog elders te vinden. Het overige van het handschrift bevat gebeden van allen aard, waaronder talrijke voor de overledenen. St-Jacob, het licht en de roem van Spanje (Lux et decus Hispaniae), wordt niet vergeten. De gebeden zijn in 't algemeen vrij kort; de meeste in proza, maar ook eenige in verzen.
- De gebroeders de Vriendt hebben de laatste hand gelegd aan twee doeken, die van veel voortgang getuigen. De heer Albert de Vriendt heeft de H. Maagd en St-Jan, in hunnen ouderdom, geschilderd, terwijl het tafereel van den heer Juliaan de Vrindt de H. Cecilia voorstelt, op het orgel spelende, onderwijl haar echtgenoot in verrukking nederknielt. Beide ge-