De Vlaamsche School. Jaargang 14

Kronijk.

Antwerpen. - Voor de nieuw gestichte school van schilderij-herstellers, hebben zich geene leerlingen over 1868 doen inschrijven. De school zal derhalve dit jaar niet geopend worden.

Gent. - Het zesde deel der Geschiedenis van de Gemeenten van Oost-Vlaanderen, door Frans de Potter en J. Broeckaert, is verschenen. Het bevat de monographieën der gemeenten Hansbeke, Landegem, Poesele en Vosselare; de geschiedenis der belangrijke gemeente Nevele, vroeger eene vermaarde heerlijkheid die aan de Montmorency's, della Faille's en andere veelvermogende familiën toebehoorde, beslaat niet minder dan 121 bladzijden. Elk deel is afzonderlijk bij de boekhandelaren verkrijgbaar; de vijf eerste, aan fr. 4.50, de volgende aan fr. 5.00 voor ieder deel.

In het reeds aangekondigde 7^e deel der Geschiedenis, zullen de monographieën voorkomen van de gemeente Oosterzele, Balegem, Baaigem, Vurste Semmerzake, Scheldewindeke, Dikkelvenne en Gavere.

De geschiedenis der beide laatstgenoemde gemeenten biedt een buitengewoon belang aan. De schrijvers, die hunnen arbeid geregeld hopen voort te zetten, bevelen zich voortdurend aan in de welwillendheid van al de personen, die over de te beschrijvene gemeenten oude papieren bezitten of andere mededeelingen doen kunnen.

- Bij den boekhandelaar Willem Rogghé is verschenen: Verhalen voor Jonge lieden, door Pieter Geiregat; tweede herziene en vermeerderde druk. Prijs fr. 1.50.

De heruitgave van dit boek door het Willemsfonds, getuigt van den bijzonderen bijval, welke de verhalen van P. Geiregat genieten, en maakt derhalve alle aanbeveling overbodig. - De schrijver heeft ten volle begrepen dat eenvoudig geschrevene verhalen, uit het dagelijksch leven geput, het volk oneindig meer verzedelijken dan vergezochte, ingewikkelde tafereelen, waarvan het de strekking nauwelijks vatten kan.

Zooals men het op het titelblad lezen kan, is het werk vermeerderd; en wel met drie verhalen, waarvan een: Te veel kinders, in den Volks-almanak van het Willemsfonds dezes jaars is opgenomen, terwijl het laatste, onder den vorm eener briefwisseling, alleszins van aard is om den werklust en de spaarzaamheid onder de arbeidende klasse te verspreiden.

Ook schijnt het boek ons zeer geschikt om als prijsboek in de lagere scholen en als leesboek in scholen voor volwassenen aangewend te worden.

Bij Rogghé zijn mede verschenen:

1^o Meiloover, letterkundig jaarboekje voor 1868. Verzamelaar Lod.-Fr. de Vriese; met medewerking van verscheidene jonge letterkundigen, als: E. Moyson, V. vande Weghe, H^e Ledeganck, A. Cosyn, Jan Boucherij, G. de Mey, J. Wytynck, Bultynck, enz. - Deze uitgave geschiedt ten voordeele van het praalgraf, onlangs aan Michiel van der Voort opgericht. De prijs (buiten inschrijving) is fr. 1.25.

2^o Open brief over het IX^e Nederlandsch letterkundig Congres, gestuurd aan den heer L.v.R., door Max Rooses. - Deze brochuur is een antwoord aan een artikel, in het tijdschrift Noord en Zuid, Januari-aflevering, verschenen; prijs 25 ctm.

- In Januari ll. is te Gent eene afdeeling van het Willemsfonds tot stand gekomen, met het doel meer uitbreiding te geven aan de werkzaamheden van dit fonds, en dus ook op eene meer rechtstreeksche manier het volk te beschaven en te verzedelijken. Reeds hebben hare leden, in uitvoering van het besluit, door hen in de zitting van 3 Maart genomen, te Gent Volksvoordrachten ingericht, welke met het beste gevolg alle Maandagen worden gehouden. Zoo voerden reeds de heeren Max Rooses, professor aan het atheneum, en J. Vuylsteke, advocaat, de eerste over het doel en nut der Volksvoordrachten, de tweede over Jacob van Artevelde het woord, terwijl de heer Minnaert, bestuurder van de stads betalende jongensschool, over vier beroemde werklieden: Lincoln, Lieven Bauwens, Jacquard en Stephenson, sprak. - Alles doet verhopen dat, door middel dezer Gentsche afdeeling van het Willemsfonds, een nieuw leven voor Gent is opgegaan.

J.B.

Buitenland.

Engeland. - Het staatsbestuur houdt zich bezig met eene reusachtige onderneming. Men wil een Algemeene catalogus der werken, handelende over de kunst, die in de gansche wereld uitgegeven zijn, opstellen en uitgeven. De lords, gelast met het departement der wetenschappen en kunsten in 't museum Kensington, hebben deze onderneming aangegaan, en doen met dit inzicht eenen oproep tot al degenen, die belang stellen in de kunst en het schoone en derzelver verspreiding behartigen. Reeds is aan het opstel van dit grootsche werk begonnen, en het vordert snel. Om dit werk te volledigen, zenden de schrijvers eene drukproef, op kosten des staatsbestuurs, aan al de geleerden en schrijvers, gekend als zich met dergelijke werken hebbende bezig gehouden; aan al de geleerde genootschappen en openbare boekverzamelingen der wereld, met verzoek, er de noodige verbeteringen aan te doen, en vooral er de vergetene werken te willen bijvoegen. Dit werk zal alleen aan briefwisseling en postkosten, reeds eene ontzaggelijke uitgave vergen.