Toepassing der slingerwetten.
A. Een slinger van bepaalde lengte doet altoos dezelfde hoeveelheid slingeringen binnen denzelfden tijd, op dezelfde plaats; zulks bewijst dat de zwaartekracht onveranderlijk is voor dezelfde plaats van onzen aardbol. - B. De slinger doet zijne slingeringen met meer snelheid in de nabijheid van de polen der aarde, dan op de linie. Daaruit kan men besluiten dat de vermogens der zwaartekracht grooter zijn in nabijheid der polen, en derhalve dat de aarde geene volkomene sfeer uitmakt, maar platter is aan de polen dan aan de linie.
C.
Toepassing van den slinger op de staande uurwerken. - Deze toepassing is men grootendeels aan den beroemden Huyghens verschuldigd. Men weet dat een uurwerk uit verscheidene, in onderling verband gestelde, tandwielen bestaat, zoodat het eene wiel niet in beweging kan komen zonder dat tevens alle anderen bewegen. Rond het as van een dezer wielen is eene koord gerold, en daaraan hangt een gewicht dat, door zwaartekracht tot afloopen aangedreven, de wielen met groote snelheid zou doen draaien, ingeval de beweging niet door eenen slinger geregeld werd. Zulks wordt ten
uitvoer gebracht op de wijze door het hiernevenstaande afbeeldsel aangeduid. C D is een tandwiel (
schakelwiel genoemd) en A B een
anker, welks beide haken tusschen de tanden van het schakelwiel sluiten. Dit anker is aan den slinger gehecht. Wanneer nu de slinger in stilstand is, dan zijn de twee ankerhaken tusschen de tanden van het schakelwiel geplaatst, en beletten derhalve alle beweging van den slinger: wanneer echter de slinger van de rechtstaande zwaarterichting verwijderd wordt, ontlast zich het schakelwiel en gehoorzaamt natuurlijker wijze aan de wetten van het gewicht, tot dat de slinger het op nieuw tegenhoude door de intanding der haken van het anker. Deze tegenhouding grijpt plaats op het oogenblik dat de slinger op het laagste punt der halve slingering gekomen is: doch alsdan blijft de slinger niet in stilstand, maar klimt eene halve slingering door de verkregene snelheid, en daarbij komt het schakelwiel op nieuw in beweging, zoodat deze immer voortduurt. Het is blijkbaar dat hier het gewicht eene verhaaste beweging zou verkrijgen, zooals die van alle andere aan zwaartekracht onderworpene lichamen, indien de ankerhaken des slingers het schakelwiel niet gedurig eenen oogenblikkelijken stilstand deden ondergaan. Edoch middels dezen stilstand kan het nooit meerder snelheid hebben dan die welke het door eene halve slingering verkrijgt.
Dr F.-J. Matthyssens.
Het is tijd verspillen over de gebreken van anderen te klagen; het beste is die van ons zelven te verbeteren.