De Vlaamsche School. Jaargang 14(1868)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De gaven Gods. Romance.Ga naar voetnoot1 De goede God, die alles heeft gegeven, Gaf aan de bloem den zoeten balsemgeur; Het kleinste dier gaf Hij bestaan en leven, Den vlinder schiep Hij bont en mooi van kleur. Het gorgellied schonk Hij den nachtegalen, Hij gaf den leeuw dien stouten lichaamsbouw, Het zacht gesuis aan 't vlietjen in de dalen, Maar schoonheid gaf Hij aan de teêdre vrouw. Het voglenkoor schonk Hij de forsche wieken, Hij gaf den visch de wijde, diepe zee; Der bloemenkelk aan 't nijverige bieken, De groene weide aan 't loeiend malsche vee. Den ouderling gaf Hij 't toegevend harte, En aan de jeugd de min, de heilge trouw; Hij gaf de hoop ter leniging van smarte, Maar goedheid gaf Hij aan de teêdre vrouw. Den stillen nacht gaf Hij miljoenen starren, Der zon den glans, en 't licht gaf Hij der maan; In 't hemelblauw doet Hij de wolken warren, Aan't vruchtbaar veld schonk Hij het voedzaam graan. De steile rots wees Hij den gier tot kweeken, Den krekel 't loof, en 't loof schonk Hij den dauw; Den engelen gaf Hij het bidden, smeeken, Maar liefde schonk hij aan de teêdre vrouw! Victor van de Weghe. IJperen. voetnoot1 Op muziek gezet. Vorige Volgende