De Vlaamsche School. Jaargang 13(1867)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 159] [p. 159] Heên en weêr. Wanneer ik afscheid nam, Dan zwoer ze mij haar liefde teêr En voor altijd; En als ik wederkwam Dan vond ik haar op 't dorp niet meer: 'k Was Liza kwijt. Wanneer ik afscheid nam, Wat min ik in hare oogen las, Hoop en geluk; En als ik wederkwam Dan lag zij onder 't kerkhofgras. O wee, o druk! Wanneer ik afscheid nam, Dan trok ik tot den krijgersstaf, Ik moest wel heên.... Maar als ik wederkwam, Dan lag ze reeds al lang in 't graf. Ik bleef alleen! Wanneer ik afscheid nam, Dan weende zij hare oogen rood, Mijn engelin; En als ik wederkwam Vernam ik was zij maanden dood, Den Hemel in! En als ik afscheid nam, Hoe prangend ons het harte sloeg Voor 't angstig lot; En als ik wederkwam En ieder naar mijn Liza vroeg, Men zeî: ‘bij God.’ Ja, als ik afscheid nam, Hoe blonk mij toch de toekomst schoon; Maar 't was een spook, Want als ik wederkwam Was toekomst, liefde en Lies een droom, Verdwenen rook!..... Victor van de Weghe. IJperen, 1866. Vorige Volgende