De Vlaamsche School. Jaargang 13
(1867)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijDe Paters-Recollecten en de Martelaars van Gorcum.Het artikel: Vertakkingen der Seraphijnsche Orde enz., uit het Fransch vertaald door P.E. en in het tijdschrift de Vlaamsche School, bladz. 85, opgenomen, behelst eenige geschiedkundige onnauwkeurigheden, die ik oordeel te moeten wederleggen om tevens breedvoeriger de innige betrekking aan te duiden, die er bestaat tusschen de Minderbroeders-Recollecten van België en de elf Martelaars van Gorcum. Vooreerst, ofschoon de Minderbroeders martelaars van Gorcum met den naam van Recollecten niet bestempeld werden, houden wij toch staan dat er geen wezenlijk verschil bestaat tusschen dezen. Beiden hadden dezelfde kleeding.Ga naar voetnoot1 Beiden noemden zich enkel Minderbroeders, gelijk uit het hier bijgevoegd eigenhandig schrift van den H. Nicolaus Guardiaan blijkt: (Tot gebruik van Frater Nicolaus Piech van Gorcum Minderbroeder). Dit is ook overeenkomstig met de Bulle van Leo X, die uitdrukkelijk zegt, dat allen die onder den Generaal der Observanten stonden, zich enkel Minderbroeders konden noemen met of zonder bijwoord: Simul vel disjunctive. Dezelfde Paus zegt verder dat de Observanten of onderhouders des regels altijd van Franciscus' tijden af geweest zijn en blijven zullen met Gods gratie, dat zij bijgevolg den voorrang hebben boven de Conventualen.Ga naar voetnoot2 Dus is het niet juist gezegd, dat de voorrang in oudheid aan de Conventualen behoort, daar zij integendeel van den ouden stam door Leo X werden afgescheiden. Wat de onderhouding des regels en de strengheid van leven betreft, hierin is moeielijk eene vergelijking te stellen. Bestatigen wij slechts dat de Minderbroeders den regel letterlijk onderhouden, nu zoowel als voorheen, tijdens de Martelaars van Gorcum, en namelijk het groot punt des regels dat zij zich het gebruik van geld ontzeggen. Doch laat ons dit voorbijgaan en komen tot het bedoelde vraagstuk: 1o hoe is de Orde van Franciscus verdeeld en, 2o waarom tellen de Recollecten de Martelaars van Gorcum onder hunne medebroeders? Dit dubbel vraagstuk vind ik beantwoord in een Fransch artikel, waarvan ik hier een uittreksel laat volgen: | |
IDaar de Recollecten van België en Holland meer dan twee eeuwen aan de zaak van de zalig- en heiligverklaring der Martelaars van Gorcum gewerkt hebben, en dat zonder de tusschenkomst van de Conventualen en de Kapucijnen, achten wij het eenen plicht, aan te toonen in hoe nauwe verwantschap wij altoos met deze Heiligen geweest zijn, en gegronde stukken bij te brengen die stellig doen zien, dat wij Recollecten (zooals men ons nu in België en Frankrijk noemt) door andere en liefderijkere banden met de HH. Martelaars verbonden zijn, dan het ooit de Conventualen en Kapucijnen waren. Deze aanmerkingen zijn des te noodzakelijker, omdat, die HH. Martelaars den naam van Minderbroeders der Reguliere onderhouding dragende, men zou kunnen veronderstellen, dat zij aan de familie der Recollecten niet toebehooren. Verre zij van ons het minste hinderend woord tegen de Conventualen en de Kapucijnen te schrijven; zij ook hebben den grooten H. Franciscus voor vader; zij ook zijn in hunne levenswijze door de H. Kerk goedgekeurd en dienen dezelve door hunne goede werken en gebeden; zij ook tellen heiligen in den hemel. Om tot ons oogwit te komen bemerken wij vooral, dat er drie voorname takken der groote Franciskaansche familie móeten aangestipt worden: 1o Minderbroeders-Observanten of der onderhouding, 2o Minderbroeders-Conventualen en 3o Minderbroebroeders-Kapucijnen, die elk eenen algemeenen overste hebben. De tak, genoemd der observantie of onderhouding, besluit in zich de provinciën die den regel van Franciscus in zijne geheelheid en naar de letter onderhouden onder de gehoorzaamheid van den algemeenen overste der Observantie, wettigen opvolger van den H. Franciscus.Ga naar voetnoot1 Dusdanig zijn de provinciën der Observanten, der Alcantarijnen, der Recollecten enz. Alle die kleine takken behooren toe aan ééne en dezelfde familie der Observantie. Bij hunnen bijzonderen naam voegen zij dien van Observanten (b.v. observantiae recollectorum) en maken maar ééne en dezelfde verbroedering uit, die met den naam van Reguliere Observantie bestempeld wordt en die bijgevolg van de Conventualen en de Kapucijnen verschillend is. Zij, die tot de Orde van Franciscus niet behooren, vormen zich zelden een juist gedacht over de verschillende verbeteringen en hervormingen, die er gedurende zes eeuwen in ontstaan zijn. Om dit te begrijpen, bemerke men, dat de H. Franciscus vele zaken in zijnen regel voorschrijft, die op doodzonde verplichten, maar integendeel er raden bijvoegt, tot dewelke hij zijne kloosterlingen niet verplicht, doch die zij volgens | |
[pagina 119]
| |
beliefte kunnen onderhouden of achterlaten. Hieruit volgt, dat de eene meer of minder streng den regel kan onderhouden, zonder dat de andere voor overtreder mag aanzien worden. Dit is de oorzaak dat er een toevallig en klein verschil kan bestaan tusschen sommige kloosters dier groote Orde, die dus ook hieruit den naam van onderhouders des regels (Regularis observantiae) of van strengere onderhouders (strictioris observantiae) ontvangen. Ten andere, dewijl men het wezenlijk des regels niet kan onderhouden en zelfs ware minderbroeder zijn zonder de 25 geboden des regels te beoefenen, zal men gemakkelijk aannemen, dat er in zoo eene strenge en groote Orde soms verslappingen strijdig aan den regel zijn ontstaan, vooral wegens het bezit van goederen en geld, dat Franciscus zoo streng verbood. Door Gods schikking hebben de algemeene Oversten van Franciscus' tijden af tot aan de scheiding der orde onder Leo X, alles aangewend om de onderhouding of observantie des regels te handhaven, behalve twee, die ook van hun ambt zijn afgesteld. Alle algemeene Oversten, sedert den H. Franciscus tot Leo X, hebben de observantie des regels ondersteund en geoefend. Evenwel waren het de algemeene Oversten der Orde alleen niet, die de kloosterlijke regeltucht onderhielden en den regel nauwkeurig deden onderhouden. Immers men ontmoette ten allen tijde provinciën en talrijke kloosters, waar de regel streng werd nagekomen; men ontmoette ten allen tijde in deze Orde ieverige mannen die de onderhouding of observantie des regels handhaafden. Onder dit getal waren de H. Antonius van Padua, Paulutius Trincius, de HH. Bernardinus van Senen, Jacobus a Marchia, Joannes Capistranus, enz., door wier vermaningen en goede voorbeelden de groote menigte der Minderbroeders de strenge onderhouding of observantie beoefenden. Zoo zien wij in 1506 meer dan 1260 kloosters waar de regel streng onderhouden werd en, onder deze, verschillige die den naam dragen van kloosters van de strenge observantie der Recollecten. Wat een groot geluk voor de kerk van J.-C. en voor de geschokte samenleving van dien ongelukkigen tijd! De verwoestingen der scheurmakers uit het Westen waren nog zichtbaar en de kettersche leering van Luther en Calvien begon haar vergift in Europa te verspreiden. De kloeke kloosterlingen van de goede en strenge observantie waren tegen alles gewapend en voerden oorlog tegen de kettersche leerstellingen. Zij verdedigden het geloof zoo op den stoel der waarheid als door schriften. Tot bevestiging van het geloof en den katholijken godsdienst heeft Frankrijk, Engeland, Duitschland, België het bloed van onze beminde en heilige medebroeders zien stroomen, waaronder de Martelaars van Gorcum waren. De Orde van Franciscus hield dus van het begin af tot aan Leo X, in het algemeen aan de onderhouding of observantie des regels, gelijk dezelfde paus Leo X het uitdrukkelijk zegt:Ga naar voetnoot1 ‘Wij verklaren uit eigen beweging en in de volheid van onze apostelijke macht dat de Broeders der Observantie en der hervormden altijd de ware kinderen van den H. Franciscus en de onderhouders van zijnen regel geweest zijn..... zonder eenige onderbreking of verdeeling van den tijd af dat Franciscus zijnen regel begon tot nu toe.’ Dezelfde Paus, bemerkende dat eenige kloosters tijdelijke goederen en renten bezaten, en in deze zachtere levenswijze wilden voortgaan, heeft hen op verzoek der katholijke prinsen en koningen als eenen bijzonderen tak der orde in 't jaar 1517 afgescheiden onder den naam van Conventualen en eenen bijzonderen overste gegeven, die den titel voert van Meester-Generaal (magister generalis); terwijl hij den overste gekozen uit de Observanten als den minister-generaal der gansche Orde van den H. Vader bevestigde en hem het oud zegel der orde ter hand stelde. | |
IINa de scheiding der Conventualen was de orde Franciscus in twee verschillige familiën gesplitst, die der Observanten en die der Conventualen.Ga naar voetnoot1 De reguliere Observantie bevat in haren schoot alle de provinciën en kloosters, die onder de gehoorzaamheid van den Generaal-Minister den regel naar de letter onderhouden. Zij stond niet alleen toe dat eenige provinciën den regel nog strenger willen onderhouden dan juist noodig was, maar bevorderde dezelve om de nauwkeurige onderhouding des regels zooveel mogelijk te handhaven. Dit is de reden dat de strenge observantie der Recollecten, die zich in oude tijden maar tot een of twee kloosters in elke provincie uitstrekte, door het gezag en de zorg der Generale Ministers, onder de Observanten zoo spoedig wortel schoot en zich weldra verspreidde in de provincie van Neder-Duitschland waartoe de Martelaars van Gorcum behoorden, dank aan den ijver waarmede de kloosterlingen dier provincie altoos bezield waren. Zij bepaalden zich niet met slechts eenige kloosters der strenge Observantie of Recollectie te hebben, maar vroegen te Rome oorlof om, behalve de algemeene voorschriften der Observanten, de bijzondere gebruiken der Recollectie te onderhouden en bij hunnen naam van Observanten ook dien van Recollecten te mogen voegen, hetgeen hun aanstonds werd toegestaan, omdat hunne vraag alleen strekte tot het nauwkeurig onderhouden van den regel naar den geest van den H. Franciscus. Ook heeft nooit iemand durven beweren of denken, dat deze provincie, eenige plaatselijke voorschriften aannemende met oorlof des Generalen-Ministers der Observanten, opgehouden heeft te zijn, wat zij te voren was. Het is dus dezelfde provincie, waaruit de Martelaars van Gorcum zijn gesproten, die nog heden bestaat en dewijl zij nu den naam van Recollecten mag | |
[pagina 120]
| |
dragen, zoo mogen wij ook zeggen: dat de elf martelaars van Gorcum behooren tot de Recollecten van België en Holland. Wat er ook van zij, de Minderbroeders van België en Holland, welke naam zij ook voeren, behooren tot de familie der reguliere Observanten en in de officieele acten van den H. Stoel worden zij met den naam van Observanten-Recollecten bestempeld (Observantiae Recol.). Dus in plaats van te zeggen: de martelaars van Gorcum waren noch Conventualen, noch Kapucijnen, noch Recollecten, maar Observanten, zeggen wij: Die martelaars behooren even als de Recollecten van België tot de familie der Observanten, zijn hunne medebroeders uit dezelfde provincie en hebben bijgevolg met hen eene geheele andere betrekking als met de Conventualen en de Kapucijnen. De Recollecten van België en Holland hebben moeten bijdragen, gelijk alle de Observanten, tot de heiligverklaring dier Martelaars hunner Orde. Den Provinciaal der Recollecten van België, als vertegenwoordiger der provincie waaruit deze martelaars gesproten waren, werd te Rome op den dag der heiligverklaring de plaats van eer voor het afbeeldsel der Martelaars aangewezen; eindelijk de canonisatie van de martelaars van Gorcum, van Leonardus-à-portu-Mauritio, minderbroeder, van Maria Francisca, en de zaligverklaring van de 29 martelaars der Orde in Japan, onder welke was Richardus, Belg en Recollect van België, zal in alle kloosters van den Generaal der Observanten en vooral in de kloosters der Recollecten van België en Holland met den grootsten luister gevierd worden. P.P., Minderb. Obs. Rec. De vriendschap welke de nagel met den hamer aangaat, vertoont zich door slagen. |
|