De tunnel tusschen Engeland en Frankrijk.
Sedert vele jaren bestaat het plan, om onder het kanaal eenen tunnel aan te leggen.
Het, sedert vele jaren op den achtergrond gelaten ontwerp, wordt thans weêr vooruitgezet en dat wel in zooverre, dat ten behoeve daarvan reeds peilingen gedaan worden, onder toezicht van den heer Hawkshaw, die, naar men hoopt, bevredigende uitslagen zullen opleveren. Uit de peilingen, die ten behoeve van de kanaal-telegraafmaatschappijen werden gedaan, is gebleken, dat de grootste diepte in het Engelsch Kanaal 140 voet bedraagt en de gemiddelde diepte 60 voet. De bodem bestaat uit kalksteen en kleiachtige kalkaarde, benevens uit rotsen, die niet te hard of te zacht zijn en daarom uitmuntend geschikt om te worden uitgegraven. De lengte van den tunnel zou 28 mijlen bedragen, waarvan 22 mijlen zich onder water zouden uitstrekken. De vorm van den gemetselden tunnel zou buisvormig zijn, 24 voet in middellijn hebben en voorzien zijn van twee spoorlijnen. Misschien zouden twee tunnels, elk van 16 voet in middellijn, wenschelijker zijn, met het oog op de sterkte; doch wat de luchting betreft, zouden zij niet de voorkeur verdienen, terwijl de tunnel, indien hij 60 voet onder den bodem der zee gelegd werd, geen gevaar zou loopen van door het zoute water te worden beschadigd.
Voor de drooglegging zal behoorlijk kunnen worden zorg gedragen, terwijl het overtollige water door middel van twee pompen, eene te Dover en eene te Boulogne, behoorlijk zal kunnen worden verwijderd.
De luchting zal kunnen worden bevorderd door eenen luchtkoker, onder in den tunnel aangebracht en voorzien van luchtgaten, terwijl twee stoomtuigen, steeds den bedorven luchtkring door versche lucht zouden kunnen vervangen; bovendien zouden vier recht opstaande luchtkokers geplaatst moeten worden. Op die wijze zal de spoortrein door gewone locomotieven kunnen worden getrokken. Laatstgenoemde ijzeren luchtkokers zouden 24 voet middellijn moeten zijn en 80 voet hoog, terwijl zij zouden moeten omgeven wezen door metselwerk ongeveer 40 voet in den omtrek. In dien toren zou eene pomp en een hysch-toestel geplaatst worden, benevens eene woning voor de arbeiders. Wanneer men de cylinders voor de recht opstaande luchtkokers heeft laten zinken en waterdicht gemaakt, kunnen zij worden uitgepompt, waarna onmiddellijk met het maken van den tunnel een aanvang kan worden gemaakt. Aangezien de gemiddelde diepte slechts 60 voet bedraagt, kan dit geen bezwaar opleveren. De grond die wordt uitgegraven, kan in zee worden geworpen, opdat rondom den toren een klein eiland zou worden gevormd. Deze torens, die tevens als vuurtorens zouden kunnen worden gebruikt, zouden in dat geval aan de scheepvaart uitstekende diensten kunnen bewijzen.
Indien het plan uitvoerbaar wordt geacht, zouden de Engelsche en Fransche Staatsbesturen gedurende den tijd van 5 jaren een hulpgeld moeten verleenen van 250,000 p. st. per jaar aan de maatschappij, welke het werk zou ondernemen. Bekleedt men den tunnel, in plaats van met metselwerk, met ijzeren platen, dan wordt het bedrag der kosten begroot op 6,000,000 p. st., terwijl het werk, voor zoo veel den tunnel betreft, door middel van tien tunnelwerktuigen, in den tijd van 2 jaren kan gereed zijn. Bovendien zouden nog twee jaren noodig zijn tot het bouwen van de luchttorens, voordat met het maken van den tunnel een aanvang zou kunnen worden gemaakt.