De wereldtentoonstelling te Parijs.
De werkzaamheden voor het gebouw der groote tentoonstelling in het Marsveld worden met kracht voortgezet. Met het gebouw zelf is men nu zoo ver dat het grootsch karakter van het plan thans voor ieder zichtbaar is. Het vaste plan tot verdeeling der verschillende terreinen voor de onderscheidene natiën is nu ook in zijne onderdeelen geheel vastgesteld. De groote laan waardoor het Marsveld in twee gelijke deelen wordt gescheiden van de brug van Jena tot het middenpaviljoen der krijgsschool, wordt bijna geheel ingenomen door Frankrijk, Nederland en België (en wel de beide laatsten aen de zijde der genoemde school); Engeland en de Vereenigde-Staten beslaen den noordwestelijken hoek terwijl de zuidwestelijke bestemd is voor Duitschland en de overige Europeesche Staten. Wat de Staten van andere werelddeelen betreft, voor deze is men reeds even druk bezig met toebereidselen, als in de ruimte voor de Europeanen. Zoo bijvoorbeeld wordt er op het voor Egypte bestemd terrein een bevallig park aangelegd, hetwelk geheel met palmboomen zal bezet worden. De buitenste omvang van het paleis, bij wijze van veranda, zal worden ingenomen door de restauraties en andere plaatsen van verversching. Zeventien ruime toegangen worden ingericht tot een gemakkelijk verkeer van en naar den middentuin. Daarmede zijn eene massa werklieden op dit oogenblik bezig, terwijl overigens de werkzaamheden dag en nacht onafgebroken worden voortgezet. Reeds zijn er punten die een recht schilderachtig gezicht opleveren. Onder andere is dit het geval met twee kunstmatige meren, in de nabijheid van de voorzijde der krijgsschool; zij zijn zoodanig met goed uitgewerkte rotsen bezet, dat men die veeleer voor een natuurwerk van vele eeuwen, dan voor een kunstarbeid zou aanzien. Tot den noodigen aanvoer van water, zoowel in de meren als voor de daarmede in verband staande fonteinen, worden krachtige stoomtuigen in werking gebracht, terwijl verder alles wordt aangewend om het geheel aldaar een recht
betooverend aanzien te geven. De inrichting is er op berekend dat men de geheele benedenruimte van het tentoonstellingsgebouw zal kunnen doorrijden. De daartoe afgeperkte banen loopen uit op eene rotonde, waarheen ieder, na de bovengalerijen bezocht te hebben, zijn rijtuig weer zal kunnen ontbieden, door middel van een electriek toestel met klokjes. Wanneer men hierbij in aanmerking neemt, dat de vier hoofdpaden de breedte hebben van den Boulevard Sebastepol, dan is het te begrijpen dat er in de eerste plaats gezorgd is voor eene groote ruimte tot het gaan en komen der verwachte duizende bezoekers. De Parysche juweliers en horlogemakers hebben bij het bestuur des politie aanzoek gedaan om eene afzonderlijke, dag en nacht doorloopende waakzaamheid op de door hen in te zenden voorwerpen te houden, zoodat zij van oordeel zijn dat deze in de glazen kasten en andere afsluitingen nog niet veilig genoeg liggen. Volgens de verschillende berichten, die de commissie uit Amerika ontvangt, schynt men zich aldaar bijzonder te beïeveren om de Amerikaansche nijverheid op eene waardige wijze te doen vertegenwoordigen.